Ook pensioenfondsen die niet in de Europese Unie zijn gevestigd, kunnen in voorkomende gevallen in aanmerking komen voor een volledige teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Illustratief hierbij is een recente uitspraak van Hof Den Bosch in een zaak uit 2005 over een Zwitsers pensioenfonds. Onder het oude, tot 9 november 2011 geldende belastingverdrag met Zwitserland bestaat onder voorwaarden recht op een volledige teruggaaf. Inmiddels geldt op basis van een nieuw verdrag tussen Nederland en Zwitserland voor een Zwitsers pensioenfonds onder voorwaarden een vrijstelling voor dividendbelasting.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Ook pensioenfondsen die niet in de Europese Unie maar in ‘derde landen’ zijn gevestigd, kunnen in voorkomende gevallen in aanmerking komen voor een volledige teruggaaf van dividendbelasting, die is ingehouden van dividenduitkeringen van Nederlandse vennootschappen. Illustratief hierbij is een uitspraak van Hof Den Bosch over een in Zwitserland gevestigd pensioenfonds.
In de onderhavige procedure voor Hof Den Bosch was in kalenderjaar 2005 25% dividendbelasting geheven van dividenden van in Nederland gevestigde beursgenoteerde vennootschappen aan dat pensioenfonds. Op basis van het oude (tot 9 november 2011 geldende) belastingverdrag met Zwitserland had het pensioenfonds op verzoek 10%-punt van de 25% dividendbelasting teruggekregen. Het pensioenfonds verzocht vervolgens om een teruggaaf van de resterende 15% aan dividendbelasting. De inspecteur weigerde echter de teruggaaf.
Aan de hand van een verklaring van de fiscale autoriteiten van een Zwitsers kanton maakte het hof op dat het pensioenfonds was vrijgesteld van Zwitserse winstbelasting. Daardoor kon het fonds de in Nederland ingehouden dividendbelasting niet verrekenen met Zwitserse belasting over de winst. De Nederlandse dividendbelasting is daardoor een ‘kostenpost’ voor het pensioenfonds en leidt ertoe dat het minder aantrekkelijk wordt om in Nederland te investeren. Dat kan strijd opleveren met de vrijheid van kapitaalverkeer uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), óók voor zover het kapitaalverkeer aangaat met derde landen.
Het pensioenfonds en de inspecteur waren het op grond van de hierboven genoemde vrijheid van kapitaalverkeer uit het VWEU-verdrag er over eens dat het voor de gevraagde teruggaaf niet uitmaakt dat het pensioenfonds niet in Nederland maar in Zwitserland is gevestigd. Verder had het pensioenfonds uitdrukkelijk en ook gemotiveerd gesteld dat zij ‘de uiteindelijke gerechtigde’ van het dividend was (en dat daardoor recht zou bestaan op de aanvullende teruggaaf). Dit werd door de inspecteur niet betwist.
Het hof stelde vervolgens vast dat het pensioenfonds aan alle voor de teruggaaf gestelde voorwaarden voldeed en dat daarom de teruggaaf moest worden verleend. Dat de inspecteur dat gemotiveerd bestreed met een specifiek arrest van het Hof van Justitie EU, bracht het hof niet tot een ander oordeel. Europees recht kan namelijk geen afbreuk doen aan een recht op teruggaaf dat rechtstreeks uit nationaal recht voortvloeit.
De weg waarlangs de teruggaaf van bronbelasting plaatsvindt, is onder het nieuwe belastingverdrag met Zwitserland meer gestroomlijnd geworden, dat wil zeggen niet meer via twee stappen. Volgens dat verdrag hebben pensioenfondsen onder voorwaarden recht op een volledige vrijstelling van dividendbelasting.