Tot voor kort werden incassokosten vastgesteld aan de hand van de staffel buitengerechtelijke incassokosten uit Rapport Voorwerk II. De rechter kon die kosten indien hij dat nodig vond naar beneden bijstellen. De nieuwe incassowetgeving (die op 1 juli 2012 in werking is getreden) moet consumenten beschermen tegen het in rekening brengen van te hoge incassokosten. De wetswijziging is van toepassing op vorderingen met betrekking waartoe de schuldenaar na 1 juli 2012 in verzuim is geraakt. In de nieuwe wetgeving wordt de hoogte van de incassokosten vastgesteld aan de hand van een percentage van de hoofdsom met een minimumbedrag van € 40,=. Het percentage bedraagt 15% bij vorderingen tot € 2.500,= en 10% boven de volgende € 2.500,=. Daarna neemt het percentage verder af en er geldt een maximum van € 6.775,=. Meer in rekening brengen door allerlei andere kostenposten op te voeren, mag niet.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Voor 1 juli 2012 werd de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten door rechters bepaald aan de hand van Rapport Voorwerk II. Voor vergoeding in aanmerking komen de redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Volgens de rechtspraak geldt hierbij een dubbele redelijkheidstoets: niet alleen moet het maken van de incassokosten redelijk zijn, maar ook moet de omvang van deze kosten redelijk zijn. Deze norm bleek in de buitengerechtelijke fase echter niet steeds voldoende houvast te bieden om vast te stellen welk bedrag als vergoeding voor de incassokosten verschuldigd is.
Achtergrond van de nieuwe wetgeving is de wens om onduidelijkheid te voorkomen over de gerechtvaardigdheid van de hoogte van de in rekening gebrachte incassokosten en om onredelijk hoge incassokosten tegen te gaan. De nieuwe wetgeving regelt daarom wat precies onder ‘redelijke kosten’ moet worden verstaan. De hoogte van de incassokosten is niet langer gekoppeld aan bepaalde werkzaamheden, maar aan een percentage van het verschuldigd bedrag. De vergoeding voor incassokosten wordt berekend als percentage van het verschuldigde bedrag, waarbij het percentage trapsgewijs lager wordt naarmate de vordering hoger wordt. Daarbij geldt een minimumbedrag en een maximumbedrag voor de vergoeding van incassokosten:
Hoofdsom Percentage ten hoogste Vergoeding incassokosten
Over de eerste € 2.500,= 15% Minimum € 40,=
Over de volgende € 2.500,= 10%
Over de volgende € 5.000,= 5%
Over de volgende € 190.000,= 1%
Over het meerdere 0,5% Maximum € 6.775,=
De wettelijke normering van de buitengerechtelijke incassokosten moet rechtszekerheid bieden over de hoogte van de vergoeding voor incassokosten en conflicten daarover voorkomen. Doordat nu wettelijk is vastgelegd hoe hoog de incassokosten mogen zijn, zouden vragen over de redelijkheid van de hoogte van de incassokosten niet meer voor de rechter behoeven te komen. De nieuwe incassowetgeving brengt dus met zich dat de dubbele redelijkheidstoets niet langer zal worden toegepast bij de normering van de buitengerechtelijke incassokosten.
De nieuwe incassowetgeving is slechts van toepassing voor zaken waarin de hoogte van de verschuldigde hoofdsom op eenvoudige wijze vast te stellen is: verbintenis tot betaling van een geldsom, verbintenis tot schadevergoeding indien deze is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst en ingeval een verbintenis tot betaling van een geldsom is omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding. Andere verbintenissen tot vergoeding van schade vallen dus buiten de regeling.
Consument
Wanneer de schuldenaar een consument is, mag niet ten nadele van de consument van de genoemde bedragen en percentages worden afgeweken. Natuurlijk mag een bedrijf met een consument wel een lager bedrag of percentage afspreken.
De nieuwe incassowetgeving regelt verder dat aan consumenten eerst een aanmaning moet worden gezonden voordat incassokosten in rekening kunnen worden gebracht. In die aanmaning moet aan de consument twee weken de tijd worden gegeven om de vordering te voldoen.
Ten aanzien van een consument regelt de nieuwe incassowetgeving dat voor meerdere vorderingen slechts eenmaal incassokosten in rekening mogen worden gebracht, zo lang het incassotraject voor deze vorderingen nog niet is gestart. Voor duurovereenkomsten (bijvoorbeeld zorgpremies, huurtermijnen, voorschotnota’s) of bij een schuld die uit meerdere vorderingen bestaat, kan de schuldeiser per vervallen termijn of vordering incassokosten in rekening brengen. De hoofdsommen van de vorderingen hoeven in dat geval niet bij elkaar opgeteld te worden. Wel geldt als voorwaarde dat de schuldeiser per termijn of vordering aanmaningshandelingen verricht.
Professionele partijen
Wanneer de schuldenaar geen consument is, maar handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, kan bij overeenkomst van de incassowetgeving worden afgeweken. Zijn er over de incassokosten geen afspraken gemaakt, dan is de incassowetgeving onverkort van toepassing. Indien partijen wel afwijkende afspraken hebben gemaakt met betrekking tot de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten, dan gelden deze afspraken tussen partijen en heeft de rechter dit te respecteren. Uiteraard dienen deze afspraken wel redelijk en billijk te zijn. In deze gevallen geldt nog steeds de bestaande wettelijke norm dat de gevorderde incassokosten redelijk moeten zijn en in redelijkheid moeten zijn gemaakt (de dubbele redelijkheidstoets). In een gerechtelijke procedure kan de rechter de hoogte van de incassokosten matigen. De wetgever heeft aangegeven aan dat 15% een redelijk incassopercentage lijkt. In 2013 wordt de Europese wetgeving doorgevoerd die dwingend is voor zakelijke transacties.
Wanneer het een vordering op een professionele partij betreft, dan mogen de incassokosten in rekening worden gebracht zodra de betalingstermijn is verstreken en behoeft dus geen aanmaning te worden verzonden alvorens incassokosten verschuldigd zijn.
Conclusie
Indien een incassogeschil voor de rechter komt en deze zich moet uitspreken over de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, biedt de nieuwe incassowetgeving houvast. Dit betekent dat als de schuldeiser incassohandelingen heeft verricht en partijen niets hebben afgesproken over de hoogte van de vergoeding voor incassokosten, de rechter de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten berekent als percentage van het verschuldigde bedrag. De rechter hoeft hierbij de dubbele redelijkheidstoets niet meer te hanteren, omdat de redelijkheidstoets reeds is verdisconteerd in het forfaitaire stelsel. Wanneer professionele partijen andere afspraken hebben gemaakt, zal de rechter nog steeds de dubbele redelijkheidstoets aanleggen.
Met de komst van de nieuwe wetgeving is het voor alle bedrijven zinvol om de Algemene Voorwaarden eens na te lopen. Bestaande incassobepalingen zijn mogelijk in strijd met de nieuwe regels. De wetgeving betreft dwingend recht voor vorderingen op consumenten. Dat wil zeggen dat de nieuwe staffel voor alle vorderingen geldt waarin schuldenaar in verzuim is na 1 juli 2012. Met ingang van die datum is het ook niet meer mogelijk administratiekosten of andere kosten te rekenen, ongeacht wat in de Algemene Voorwaarden staat. Vanaf dat moment kunnen alleen de incassokosten in rekening worden gebracht conform de nieuwe wetgeving. U dient in voorkomende gevallen de Algemene Voorwaarden dan ook aan te passen. Mocht ik u hiermee van dienst kunnen zijn, dan treft u hieronder mijn contactgegevens aan.