In het onderzoek ‘Goed verkort?’, dat deze week is verschenen, stelt de onderwijsinspectie dat studenten van onderzochte deeltijd-hbo-opleidingen, te gemakkelijk hun diploma hebben gekregen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De inspectie heeft dertien hbo-bacheloropleidingen onderzocht. Bij twaalf opleidingen was de studielast gemiddeld 45 procent te laag en onvoldoende onderbouwd. In de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is vastgelegd dat een hbo-bacheloropleiding een studielast kent van 240 studiepunten. Eén studiepunt staat gelijk aan 28 uren studie.
Daarnaast uit de inspectie kritiek op de manier waarop studiepunten door de onderwijsinstelling worden toegekend. In een aantal gevallen worden deze onterecht toegekend of is er te weinig onderbouwing voor het toekennen van de studiepunten. Zo komt het voor dat studenten studiepunten krijgen toegekend wanneer zij kunnen aantonen dat ze al voldoende ervaring op een bepaald studieonderdeel hebben, bijvoorbeeld omdat ze aan het werk zijn.
Sommige onderwijsinstellingen zouden diploma’s hebben afgegeven terwijl studenten aantoonbaar minder hebben gestudeerd dan wettelijk verplicht is. Verder bestaat onder meer kritiek op vrijstellingen die onderwijsinstellingen verstrekken en op de documentatie van de opleiding.
In het reguliere hbo zou het volgens de onderwijsinspectie om incidenten gaan, maar bij particuliere aanbieders ziet de inspectie ‘aanwijzingen’ voor structurele problemen.
De aanleiding voor het onderzoek waren onder meer de slogans van particuliere onderwijsinstellingen, waarin werd aangegeven dat naast een baan, snel en gemakkelijk een hbo-diploma kon worden gehaald. De inspectie vroeg zich af of zo’n diploma evenveel waard is als een regulier hbo-diploma, waarvoor een student vier jaar voltijd heeft gestudeerd.
Minister Bussemaker (Onderwijs) heeft al gereageerd op het onderzoek en daarbij laten weten dat het rapport haar zorgen baart. In het rapport worden overigens nog geen namen van onderwijsinstellingen genoemd. Over vijf weken worden de rapporten over de verschillende scholen openbaar. Bij de betrokken instellingen zal vervolgtoezicht worden uitgevoerd door de onderwijsinspectie. Daarnaast wordt een vervolgonderzoek ingesteld naar andere opleidingen, ook bij nog niet onderzochte instellingen.
Met dit onderzoek laat de onderwijsinspectie flink van zich horen. Voor onderwijsinstellingen ligt er nu een taak om de eigen (deeltijd-)opleidingen kritisch tegen het licht te houden en waar nodig verbeteringen door te voeren. Op die manier kan worden voorkomen dat de accreditatie van de (deeltijd-)opleidingen gevaar loopt.
mr. Petra Schilder Spel en Anne Kusters, Van Benthem & Keulen N.V.