In de toekomst zal waarschijnlijk vaker en sneller een beroep worden gedaan op strafrechtadvocaten. Dat is het gevolg van een Europese richtlijn die niet alleen rechtshulp bij politieverhoor voor minderjarigen mogelijk maakt, maar ook voor volwassenen. Verder is er meer werk voor strafrechtadvocaten door de consultatiebijstand bij aanhoudingen en de landelijke uitrol van de zogenoemde ZSM-werkwijze, waarbij justitie naar een snelle beoordeling en afdoening streeft. Om te borgen dat dit zorgvuldig gebeurt, is snelle en efficiënt ingerichte inzet van strafrechtadvocaten nodig.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Deze goede ontwikkelingen vragen om aanpassingen in het werkproces van advocaten. Om de verwachte extra vraag naar strafrechtadvocaten op te vangen, maar ook om verdachten snel te kunnen bijstaan, zou bijvoorbeeld het eerste contact vaker moeten plaatsvinden vanuit een centrale plek. Ook moet dan worden ingeschat welke juridische bijstand geboden is. Volstaat bijvoorbeeld informatie verschaffing of is actieve bijstand nodig.
Verder zal beter gebruik moeten worden gemaakt van moderne communicatiemiddelen zoals video verbindingen. Op politiebureaus kunnen ruimten worden ingericht van waaruit een verdachte vertrouwelijk via een video verbinding contact kan hebben met zijn advocaat. Overwogen moet ook worden of op onderdelen van de advisering gebruik kan worden gemaakt van bijvoorbeeld advocaat-assistenten.
Dat schrijft de commissie Innovatie Strafrechtadvocatuur onder leiding van mr. M. Wladimiroff in een advies aan de Nederlandse Orde van Advocaten.
De huidige piketwerkwijze van strafrechtadvocaten is ontoereikend om aan de toenemende vraag naar rechtshulp tegemoet te komen. Daarbij wijzigt ook de aard van de rechtsbijstand. Daarom heeft de Orde aan de commissie Wladimiroff gevraagd na te denken over nieuwe werkwijzen en organisatievormen voor het verlenen van rechtsbijstand aan het begin van het strafproces. De uitkomst biedt bruikbare bouwstenen voor verdere uitwerking.
De Orde legt het rapport voor aan de Adviescommissie Strafrecht en aan de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten. Begin 2013 zal de Orde vervolgens beslissen welke maatregelen genomen moeten worden om goede rechtshulp in de voorfase van het strafproces in de toekomst te kunnen blijven garanderen.