Een stichting met als doel het verlenen van juridische bijstand diende een verzoek in om te worden aangemerkt als algemeen nut beogende instelling. Nadat de inspecteur dit verzoek had afgewezen, ging de stichting in beroep waarbij zij stelde dat met de doelstelling van de stichting een faciliteit werd gecreëerd die eraan bijdroeg het aantal onnodige faillissementen terug te dringen, waarmee een groot maatschappelijk belang werd gediend. Het beroep van de stichting werd ongegrond verklaard, omdat er volgens de rechtbank geen sprake was van een activiteit die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend werd uitgeoefend ten behoeve van het algemeen nut.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Een stichting met als doel het verlenen van juridische bijstand aan particulieren en bedrijven diende in april 2011 een verzoek in om per 2011 te worden aangemerkt als algemeen nut beogende instelling (’anbi’). Nadat de inspecteur dit verzoek had afgewezen, ging de stichting in beroep bij de rechtbank waarbij zij stelde dat met de doelstelling van de stichting een faciliteit werd gecreëerd die eraan bijdroeg het aantal onnodige faillissementen terug te dringen. Hiermee werd volgens de stichting een groot maatschappelijk belang gediend.
Rechtbank Den Haag oordeelde dat het tegen betaling bieden van hulp ter voorkoming van faillissementen een vorm van hulpverlening aan individuele ondernemers was waarmee niet het algemeen belang werd gediend. De rechtbank overwoog verder dat een anbi geen winststreven mag hebben en ook geen steun mag bieden aan instellingen en personen die wel een winststreven hebben. Met hulp aan de ondernemers – onder meer om faillissementen te voorkomen – werd wel hulp verleend aan lichamen of personen die naar winst streven. Daarom was er volgens de rechtbank geen sprake van een activiteit die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend werd uitgeoefend ten behoeve van het algemeen nut. Het beroep van de stichting werd ongegrond verklaard.
Een van de voorwaarden om als anbi te worden aangemerkt, is dat voor 90% of meer het algemeen belang moet worden gediend. Indien een instelling een particulier of individueel belang dient, wordt niet aan deze eis voldaan. Uit de regelgeving van een instelling (statuten, beleidsplan) en feitelijke werkzaamheden moet tevens blijken dat de instelling geen winstoogmerk heeft. Een instelling mag geen winst maken met het geheel van haar algemeen nuttige activiteiten. Per 1 januari 2012 is het wel mogelijk winst te behalen uit een commerciële activiteit. Hier is wel de voorwaarde aan verbonden dat de winst uit de commerciële activiteiten ten goede komt aan het algemeen nut.