Bij besluit van 21 december 2012 treedt met ingang van 16 maart 2013 de wet van 13 december 2012, betreffende de bestrijding van betalingsachterstanden bij handelstransacties, in werking. Deze wet bevat een aantal wijziging van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2011/7/EU (PbUE L48/1). De regeling moet worden gelezen naast het besluit van 27 maart 2012 (Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In grote lijnen komt de regeling neer op het navolgende:
– Er geldt een minimumvergoeding van € 40,– voor buitengerechtelijke
incassokosten, die bij handelstransacties zonder aanmaning
verschuldigd is vanaf de dag volgend op de dag waarop de
betalingstermijn is verstreken. Daarvan kan niet ten nadele van de
schuldeiser worden afgeweken.
– Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bevat
daarnaast nog een gestaffeld tarief; ook voor consumententransacties
maar dan is wel voorafgaande sommatie vereist.
– Voor overheidsinstanties geldt een maximale betaaltermijn van in
beginsel 30 dagen. Afwijking is maar zeer beperkt mogelijk.
– De maximale betaaltermijn voor handelstransacties bedraagt in
beginsel 30 dagen, tenzij partijen een andere termijn overeenkomen
van ten hoogste 60 dagen. Een langere termijn is wel mogelijk maar
aan strenge eisen gebonden.
Voor een handelsovereenkomst bevat de wet dus een beperking van de contractsvrijheid ten aanzien van de betalingstermijn. Voor betalingen door de overheid wordt een nieuw artikel 6:119b BW ingevoerd. Wil de overheid kunnen afwijken van een betalingstermijn van 30 dagen, dan moet aan stringente eisen worden voldaan.