Sinds 2005 is de rechter verplicht te reageren op (alle) “uitdrukkelijk onderbouwde standpunten” (art. 359 lid 2 Sv). Voorheen moest de rechter enkel reageren op specifieke bewijsverweren. Deze scriptie van Amrit Sewgobind onderzoekt de invloed van de wetswijziging van 2005.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Sinds de invoering van het Wetboek van Strafvordering in 1926 gold lange tijd de hoofdregel dat de rechter niet verplicht was om te reageren op bewijsverweren. Echter, vanaf ongeveer 1970 werd in de rechtspraak toch een aantal specifieke bewijsverweren erkend, waarop de rechter bij afwijking gemotiveerd diende te reageren
Op 1 januari 2005 werd een nieuwe zin toegevoegd aan het bestaande art. 359 lid 2 Sv: Het vonnis geeft, indien de beslissing afwijkt van door de verdachte dan wel door de officier van justitie uitdrukkelijk onderbouwde standpunten, in het bijzonder de redenen op die daartoe hebben geleid.
In deze scriptie van Amrit Sewgobind staat de volgende onderzoeksvraag centraal: Wat betekent de op 1 januari 2005 ingevoerde motiveringsplicht naar aanleiding van “uitdrukkelijk onderbouwde standpunten” (art. 359 lid 2 Sv) voor de bestaande (jurisprudentiële) responsieplichten ten aanzien van (specifieke) bewijsverweren?
Deze scriptie ‘Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten sinds 1 januari 2005’ is gepubliceerd op www.iusius.nl