Volgens Rechtbank Rotterdam kan ook reclamebelasting worden geheven van grote vlakken in bedrijfskleuren als die deel uitmaken van het bedrijfslogo en de kleur en de vorm onderscheidend zijn. De rechtbank staat een ruime interpretatie voor van het begrip ‘openbare aankondiging’, het heffingsobject voor de reclamebelasting. Naar het oordeel van de rechtbank leidt dit begrip er niet toe dat slechts heffing mogelijk is van openbare aankondigingen in letters of symbolen en dat heffing niet mogelijk is als de openbare aankondigingen uit een combinatie van symbolen, letters en kleuren bestaan.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Volgens Rechtbank Rotterdam kan ook reclamebelasting worden geheven van grote vlakken in bedrijfskleuren als die deel uitmaken van het bedrijfslogo en de kleur en de vorm van deze uitingen onderscheidend zijn. Reclamebelasting kan worden geheven van ‘openbare aankondigingen’. Hiervan had de Hoge Raad in 2007 aangegeven wat daaronder moet worden verstaan: “alle tot het publiek gerichte mededelingen welke erop zijn gericht de belangstelling van het publiek te trekken voor hetgeen wordt aangekondigd”.
De procedure voor de rechtbank betrof een bv die in 2010 twee vestigingslocaties had in Rotterdam. De vestigingslocaties waren voorzien van diverse soorten ‘openbare aankondigingen’. Deze bestonden uit: reclamevlaggen, reclametekens en letterreclame (beide gevormd door gele vlakken), reclameletters, reclamepoppen, reclameborden en lichtbakken met tekst en telefoonnummer. De totale oppervlakte van ‘openbare aankondigingen’ bestond bij de ene vestiging voor circa tweederde deel uit de eerdergenoemde gele vlakken en bij de andere vestiging voor negentig procent. De gemeente Rotterdam legde de bv voor het jaar 2010 twee aanslagen in de reclamebelasting op van elk € 9.534.
De bv maakte bezwaar tegen de aanslagen en stelde zich op het standpunt dat de gele vlakken niet in de heffing konden worden betrokken. De bv was van mening dat de gele vlakken geen openbare aankondigingen waren en ook niet konden worden aangemerkt als reclame-uitingen.
De rechtbank staat een ruime interpretatie voor van het begrip ‘openbare aankondiging’, het heffingsobject voor de reclamebelasting. Naar het oordeel van de rechtbank leidt dit begrip er niet toe dat slechts heffing mogelijk is van openbare aankondigingen in letters of symbolen en dat heffing niet mogelijk is als de openbare aankondigingen uit een combinatie van symbolen, letters en kleuren bestaan. De rechtbank was van oordeel dat de gemeente niet in strijd had gehandeld met de wettelijke bepalingen en evenmin met de gemeentelijke verordening reclamebelasting, door bij de berekening van de verschuldigde belasting uit te gaan van de aankondigingen als geheel, dat wil zeggen van de totale oppervlakte van de aankondigingen (dus inclusief de gele vlakken). De rechtbank verklaarde het beroep van de bv ongegrond.