Het gerechtshof in Den Haag heeft op 7 mei 2013 Woonbron in het gelijk gesteld in een kort geding over het stoomschip ‘Rotterdam’. Het hof oordeelt dat Woonbron dit schip niet aan Veka Group en Westwind Holding heeft verkocht. Het door deze partijen gelegde beslag moet worden opgeheven.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het geschil draait om de verkoop van het stoomschip ‘Rotterdam’, eigendom van Rederij De Rotterdam B.V. (hierna: de Rederij). Woonbron is houder van de aandelen in de Rederij. Veka Group en Westwind Holding hebben conservatoir beslag laten leggen op die aandelen. Zij menen de aandelen te hebben gekocht en willen voorkomen dat deze door Woonbron aan een ander worden geleverd, meer speciaal aan WestCord Hotels B.V. (hierna: WestCord). Door Woonbron wordt WestCord aangemerkt als koper van de aandelen. Woonbron vordert opheffing van het beslag. De voorzieningenrechter heeft de vordering in eerste aanleg afgewezen met als motivering, kort weergegeven, dat tussen partijen inderdaad een koopovereenkomst tot stand is gekomen die door Woonbron zal moeten worden nagekomen. Woonbron is het hier niet mee eens. Naar haar mening was er nog geen sprake was van een geldige overeenkomst en stond het haar daarom vrij om voor een andere gegadigde te kiezen.
Woonbron krijgt in hoger beroep gelijk. Het Haagse hof beoordeelt het onderhandelingsproces anders dan de eerste rechter. Van wezenlijk belang acht het hof dat de beoogde verkoop, die complex is en politieke gevoeligheid kent, plaatsvond via een veilingprocedure. Deze procedure, die extern begeleid werd door KPMG, kende drie fases. De regels die tijdens de procedure golden zijn vooraf duidelijk kenbaar gemaakt. Tot die regels behoorde een voorbehoud, inhoudend dat zolang er geen getekend schriftelijk contract was, Woonbron gerechtigd was de onderhandelingen af te breken. Veka Group en Westwind Holding hebben daarmee ingestemd. Zij hebben er niet gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat, in weerwil van het ontbreken van een schriftelijk getekend contract, een overeenkomst tot stand was gekomen. Ook niet toen tijdens een bespreking in oktober 2012 een opgewekte stemming ontstond, er gezegd is dat er witte rook was ten aanzien van een financieringsconstructie, handen zijn geschud en er al vast is vooruitgeblikt naar de perspresentatie en een champagnemoment aan dek van het schip. Die uitingen, gedragingen en mededelingen laten zich goed verklaren vanuit het gegeven dat tijdens die bespreking grote vooruitgang was geboekt. Er was echter nog steeds geen getekend contract. Ook lagen er nog veel onderhandelingspunten open.