Na de verwerking van de adviezen van advies- en belangorganisaties en de Raad van State stuurt het kabinet het wetsvoorstel openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens naar de Tweede Kamer. De parlementaire behandeling kan plaatsvinden in het najaar. Indien het parlement hiermee instemt, kan de wet ingaan per januari 2006 en worden de topinkomens die zijn verdiend in 2005 openbaar gemaakt in de jaarverslagen van 2006. Een totaaloverzicht zal jaarlijks rond Prinsjesdag aan het parlement worden aangeboden, de eerste keer in 2006.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Met het wetsvoorstel worden de organisaties in de publieke sector en privaatrechtelijke organisaties die uit de publieke middelen worden gefinancierd, verplicht in hun jaarrekening of jaarverslag het salaris van topfunctionarissen te vermelden voor zover deze boven het ministerssalaris gaan. Voor privaatrechtelijke organisaties geldt dat deze voor ten minste 50 procent uit publieke middelen moeten zijn gefinancierd. De organisaties moeten in het jaarverslag onder andere vermelden: het belastbare loon, de functie en de duur van het dienstverband van de functionaris.
De openbaarmaking is aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord. Het kabinet streeft ermee na dat meer rekenschap kan worden afgelegd over de besteding van publieke middelen. De openbaarmaking van die gegevens draagt bij tot het maatschappelijke debat over een vraagstuk van algemeen belang en dient dus dat algemeen belang. Het kabinet verwacht dat juist van dat debat een remmende werking uitgaat op de salarisontwikkeling.
Het wetsvoorstel Openbaarmaking topinkomen publieke sector verplicht de publieke sector (en organisaties die voor tenminste voor 50% uit publieke middelen worden gefinancierd) om in het jaarverslag of de jaarrekening inkomens te vermelden die hoger liggen dan het salaris van een minister.
In de gemeenten worden de colleges verplicht hierover aan de raad verantwoording af te leggen. Bovendien wordt men verplicht de gegevens over eventuele topinkomens binnen de organisatie te melden bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) onderschrijft de doelstelling van het wetsvoorstel, maar vindt het niet gepast dat naast rapportage aan de raad ook aan de minister moet worden gerapporteerd. Deze externe meldplicht doet geen recht aan de autonome bevoegdheden van de gemeenten. Met openbaarmaking wil het kabinet meer verantwoording afleggen van besteding van overheidsgeld. Voor de gemeenten geldt overigens dat dergelijke topinkomens niet of bij uitzondering voorkomen.
Ondanks eerdere berichtgeving in het Financieele Dagblad heeft de beroepsorganisatie van registeraccountants – het NIVRA – geen bezwaar tegen het wetsvoorstel Openbaarmaking publiek gefinancierde topinkomens. In een brief aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft het NIVRA doel en inhoud van het wetsvoorstel volledig onderschreven.
Wel heeft het NIVRA de vraag gesteld of de wet op haar betrekking heeft: de beroepsorganisatie wordt immers niet met publiek geld gefinancierd, maar door bijdragen van de leden. Verantwoording over de besteding ervan dient in deze visie dan ook primair naar de leden te geschieden.
In haar komende jaarverslag zal het NIVRA, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet, de nodige informatie verstrekken over de inkomens van de directie.
Nader rapport Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Brief NIVRA aan Ministerie van Binnenlandse Zaken, NIVRA