De beslissing van de rechtbank Oost-Brabant om ‘strafkorting’ toe te passen in de zaak over ernstige geweldpleging in Eindhoven, heeft tot commotie geleid. Veel mensen begrijpen niet dat de rechtbank twee maanden van de celstraffen heeft afgetrokken vanwege het uitzenden van filmbeelden, met grote gevolgen voor de verdachten. Eigen schuld, is een veelgehoorde reactie. Persrechter Lieneke de Klerk legt uit waarom de rechtbank dat anders ziet.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De officier van justitie eiste 24 maanden jeugddetentie tegen de hoofdverdachte, de rechtbank legde 10 maanden op. Hoe kan dat?
“De rechtbank neemt de feiten zeer hoog op”, zegt persrechter De Klerk. “Twee van de vier verdachten zijn dan ook schuldig bevonden aan poging tot doodslag. Maar de hoogst mogelijke jeugdstraf vond de rechtbank te veel. Daarbij keken de rechters naar straffen die voor soortgelijke delicten aan jeugdige daders worden opgelegd. In dit geval hebben de verdachten een blanco strafblad en deskundigen achten de kans op herhaling klein. Verder heeft de rechtbank twee maanden afgetrokken omdat ze niet heeft kunnen vaststellen dat er bij het OM een belangenafweging heeft plaatsgevonden voordat de beelden werden vrijgegeven. Het recht op privacy van de verdachten is daardoor ernstig aangetast.”
Weegt het belang van privacy op tegen de ernst van het misdrijf?
”Uitzending van de filmbeelden heeft enorme gevolgen voor de verdachten. Hun namen en adressen zijn via internet verspreid, ze zijn bedreigd en achtervolgd, een verdachte was niet meer welkom op zijn opleiding en werkplek, een ander werd geweerd bij sportscholen. De kans is groot dat ze in de toekomst nog vaak met de gevolgen worden geconfronteerd. Daarnaast was er ook enorme media-aandacht. Eigen schuld, zeggen sommige mensen. Dat is wel begrijpelijk, maar het gaat hier om minderjarige jongens. In het jeugdstrafrecht ligt het accent op een pedagogische aanpak. Niet voor niets worden jeugdzaken achter gesloten deuren behandeld.”
Het uitzenden van filmbeelden helpt wel erg bij de opsporing.
“Slachtoffer en samenleving hebben groot belang bij het opsporen van de daders van zo’n ernstig misdrijf, dat staat buiten kijf. De rechtbank heeft dan ook zeker niet gezegd dat het uitzenden van beelden nooit zou mogen. Maar het OM moet daar niet lichtvaardig mee omgaan, omdat de beelden altijd via internet beschikbaar blijven. Eigenlijk verwijt de rechtbank het OM dat het niet eerst gekeken heeft of er minder ingrijpende manieren zijn om verdachten op te sporen. Stills vertonen in plaats van de volledige film, bijvoorbeeld. Helpt dat niet, dan kan het OM altijd nog zwaardere middelen inzetten. Nergens blijkt uit dat een dergelijke afweging heeft plaatsgevonden.”
Worden rechters niet wanhopig van zoveel kritiek?
“Soms zijn mensen het niet eens met het oordeel van een rechter. Dat hoort erbij, daar moet een rechter tegen kunnen. Als rechter is het je taak om in een individuele zaak een rechtvaardig oordeel te geven. Als de verdachten of het OM het daarmee niet eens zijn, kunnen zij in hoger beroep. Het OM heeft dat inmiddels gedaan in deze zaak. We zijn benieuwd hoe het gerechtshof over deze kwestie zal oordelen.”