In hoger beroep is een 53-jarige vrouw veroordeeld tot achttien jaar gevangenisstraf voor de moord op een vrouw in het Noord-Brabantse Heesch. Anders dan de rechtbank legt het gerechtshof geen tbs op, omdat deskundigen van het Pieter Baan Centrum de vrouw ten tijde van de moord volledig toerekeningsvatbaar achten.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Vermomd
De vrouw ging op 2 oktober 2010 naar het appartement van het slachtoffer in Heesch. Ze was in de veronderstelling dat haar vriend haar met het slachtoffer bedroog. Ze had een rugzak bij zich met onder meer reservekleding en twee scherpe messen. Ze was vermomd als enquêtrice toen ze aanbelde bij de woning van de vrouw. In het appartement ontstond een vechtpartij tussen de vrouwen. De verdachte heeft de vrouw meerdere malen in haar borst en buik gestoken, als gevolg waarvan ze is overleden.
Geen impulsief handelen
Volgens het hof is er sprake van moord, omdat de vrouw het slachtoffer met voorbedachten rade om het leven gebracht. De vrouw heeft haar handelingen zorgvuldig voorbereid en voldoende gelegenheid gehad om over de gevolgen na te denken. Er was geen sprake van impulsief handelen. Bovendien heeft de vrouw zich, ondanks herhaald hulpgeroep, totaal niet meer om het slachtoffer bekommerd.
Volledig toerekeningsvatbaar
In hoger beroep is de vrouw op haar eigen verzoek onderzocht in het Pieter Baan Centrum (PBC). Daar is niet komen vast te staan dat er tijdens het plegen van het misdrijf sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens of van een psychiatrische stoornis. Het PBC acht de vrouw volledig toerekeningsvatbaar. Het hof volgt deze conclusie en legt de vrouw daarom geen tbs op, maar verhoogt de onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf naar achttien jaar.
Op 21 september 2011 veroordeelde de rechtbank de vrouw tot twaalf jaar cel en tbs met dwangverpleging.
ECLI:NL:GHSHE:2013:4256