Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod van een partij en de aanvaarding van dat aanbod door een andere partij. Een aanbod is een aan een mogelijke wederpartij gedaan voorstel tot het aangaan van een overeenkomst, welk voorstel zodanig is bepaald dat door de aanvaarding daarvan onmiddellijk een overeenkomst tot stand komt. Wanneer een partij een tot haar gericht aanbod aanvaardt, is sprake van wilsovereenstemming en daarmee van een overeenkomst.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Aanbod en aanvaarding zijn verklaringen of uitingen van de wil van de partij die het aanbod doet dan wel de partij die het aanbod aanvaardt. Die verklaringen of uitingen kunnen in elke vorm plaatsvinden: door middel van gesproken woord, geschrift, gebaren, gedragingen en, onder bepaalde omstandigheden, zelfs door stilzitten. Het kan voorkomen dat de (strekking van een) wilsverklaring van de ene partij door de andere partij anders wordt opgevat dan de verklarende partij heeft bedoeld. Als die andere partij die verklaring in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze echter zo mocht opvatten (in andere woorden: als het bij hem opgewekte vertrouwen ten aanzien van de strekking van de verklaring gerechtvaardigd was) kan de partij die de verklaring heeft afgelegd – dat kan de partij zijn die het aanbod doet, maar ook de partij die aanvaardt – geen beroep doen op het ontbreken van zijn wil.
Een aanbod is niet hetzelfde als een uitnodiging om in onderhandeling te treden of een uitnodiging om een aanbod te doen. Van een aanbod is pas sprake als het voorstel in beginsel ten minste de hoofdzaken of voornaamste punten (de essentialia) van de beoogde overeenkomst bevat. Wat die hoofdzaken zijn verschilt per overeenkomst. Bij een koopovereenkomst zullen dat in beginsel het voorwerp en de prijs zijn, maar dat hoeft niet. Zo zal een reclamefolder waarin kantoorartikelen tegen een bepaalde prijs worden aangeboden meestal gelden als een aanbod. Maar een advertentie waarin een woning tegen een bepaalde prijs wordt aangeboden, is in beginsel geen aanbod. Bij die transactie zijn namelijk bijkomende voorwaarden van belang, zoals de persoon van de koper. In sommige gevallen kan een offerte worden aangemerkt als een aanbod, maar in andere gevallen weer als een uitnodiging tot het doen van een aanbod. Dit is afhankelijk van de inhoud ervan.
Een aanbod kan herroepelijk, onherroepelijk of vrijblijvend zijn. Hoofdregel is dat een aanbod kan worden herroepen tot aan het moment van aanvaarding door de andere partij, behalve wanneer voor de aanvaarding een termijn is gesteld. Door herroeping komt het aanbod te vervallen en zodra het aanbod is vervallen kan er door aanvaarding geen overeenkomst meer tot tand komen. Bij een onherroepelijk aanbod mag de aanbieder het aanbod niet herroepen. Of sprake is van een onherroepelijk aanbod kan blijken uit het aanbod zelf, bijvoorbeeld omdat er een termijn voor aanvaarding is gesteld. De onherroepelijkheid kan ook volgen uit de overeenkomst zelf of gewoonte. Bij een koopoptie verbindt een partij zich om, indien de andere partij dat wenst, een overeenkomst met haar te sluiten. Een koopoptie is dus een onherroeppelijk aanbod. Als een partij bij het doen van een aanbod vermeldt dat het aanbod vrijblijvend wordt gedaan, kan zij het aanbod meteen na aanvaarding door de andere partij nog herroepen.
Behalve herroepen kan een aanbod ook worden ingetrokken. Wil de intrekking van een aanbod werking hebben, moet de intrekking de andere partij eerder dan of gelijktijdig met het aanbod bereiken.
Aanvaarding van een aanbod moet plaatsvinden op een moment waarop het aanbod nog van kracht is. Ingeval van een mondeling aanbod betekent dit dat de aanvaarding direct moet plaatsvinden. Is het aanbod schriftelijk gedaan dan dient deze binnen de gestelde termijn te worden aanvaard of, indien geen termijn is gegeven, binnen een redelijke termijn. De aanvaarding moet overeenkomen met het aanbod. Indien de aanvaarding afwijkt van het aanbod, dan geldt dat als een nieuw aanbod en tegelijk als verwerping van het oorspronkelijke aanbod. Deze regel geldt niet indien de aanvaarding slechts op ondergeschikte punten afwijkt. In dat geval komt de overeenkomst tot stand overeenkomstig de aanvaarding, tenzij de aanbieder direct bezwaar maakt tegen de afwijkingen. De overeenkomst komt tot stand op het moment dat de aanvaarding de aanbieder bereikt.
Relevante artikelen: Burgerlijk Wetboek 3:33, 3:35, 6:217, 6:219, 6:221, 6:224, 6:225 en 6:227.
Relevante jurisprudentie: HR 10 april 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4177 (Hofland/Hennis).