Naar aanleiding van het beschikbaar komen van persoonlijke archivalia van Prinses Juliana en Prins Bernhard heeft Hare Majesteit de Koningin als bestuurder van de Stichting Archief van het Huis van Oranje-Nassau medewerking toegezegd aan een onderzoek van prof. mr. Cees Fasseur.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Fasseur krijgt toegang tot het Koninklijk Huisarchief ten behoeve van een door hem te schrijven monografie over het zogeheten Hofconflict, dat zich van circa 1948 tot 1957 voornamelijk op Paleis Soestdijk heeft voltrokken. In de meeste gevallen wordt dit aangeduid als de Greet Hofmanszaak.
Bij het inventariseren van de door Prinses Juliana en Prins Bernhard nagelaten goederen op paleis Soestdijk zijn diverse archivalia van persoonlijke aard aangetroffen, die nieuw onderzoek in substantiële zin mogelijk en wenselijk maken. Hare Majesteit de Koningin heeft daarom toestemming verleend tot een onderzoek te verrichten door Fasseur, die reeds vele jaren geleden in het kader van de voorbereidingen voor zijn biografie over Koningin Wilhelmina de wens te kennen had gegeven deze materie tot onderwerp van studie te maken.
Fasseur zal inzage krijgen in alle zich op het Koninklijk Huisarchief bevindende relevante bronnen. Het rapport van de zogenaamde Commissie-Beel zal ook worden betrokken bij Fasseurs onderzoek. De Commissie-Beel deed in 1956 op verzoek van Koningin Juliana en Prins Bernhard onderzoek naar het conflict. Voorzover mogelijk zal de onderzoeker ook alle relevante bronnen, die zich buiten het Koninklijk Huisarchief bevinden, bij zijn studie betrekken. Zijn oogmerk is om over enige jaren over het conflict een wetenschappelijk verantwoorde en uitvoerig geannoteerde monografie te publiceren.
De afgelopen decennia is een aantal publicaties verschenen waarin in meerdere of mindere mate aandacht wordt besteed aan het Hofconflict. In een aantal van deze studies hebben de betrokken auteurs getracht een zo getrouw mogelijk beeld te geven van het betreffende conflict. Men stuitte echter op de beperkte openbaarheid van de toen beschikbare bronnen. Dit hield met name verband met de belangen van de hoofdpersonen die betrokken waren bij dit conflict. Nu zij niet meer in leven zijn en niet langer direct kunnen worden aangetast in hun particuliere levenssfeer is hier verandering in gekomen.