Het Haagse gerechtshof heeft op 1 november 2013 einduitspraak gedaan in een spoedappel betreffende een minderjarig kind dat door zijn vader begin oktober 2013 vanuit Suriname naar Nederland is overgebracht. Deze overbrenging is gebeurd door tussenkomst van medewerkers van een televisieprogramma. Het kind verbleef in Suriname bij zijn grootouders. Het hof heeft beslist dat het kind de uitspraak in de zaak over het ouderlijk gezag, die bij het Amsterdamse hof loopt, bij zijn vader in Nederland mag afwachten.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Rotterdamse voorzieningenrechter had in eerste aanleg op 16 oktober 2013 beslist dat het kind met de grootouders naar Suriname terug moest. Het hof heeft partijen op 23 oktober 2013 naar de mediator verwezen en toen voorlopig beslist dat het kind in afwachting van de uitkomst van de mediation in Nederland zou blijven. De mediation heeft partijen niet nader tot elkaar gebracht.
Op 1 november 2013 heeft het hof beslist dat de minderjarige de uitspraak van het Amsterdamse gerechtshof, over de vraag of zijn vader het gezag krijgt, in Nederland mag afwachten. Deze zaak zal binnen afzienbare tijd worden behandeld. Het hof overweegt dat in beginsel de vader de aangewezen persoon is om de minderjarige te verzorgen en op te voeden, tenzij hij daartoe ongeschikt is. Juist dat laatste kan alleen door onderzoek worden vastgesteld. De Raad voor de kinderbescherming kan dat onderzoek nu uitvoeren, omdat de minderjarige in Nederland bij zijn vader is. Het hof Amsterdam zou dan op basis van de uitkomsten van dat onderzoek kunnen beslissen over het gezag.
ECLI:NL:GHDHA:2013:4032