De rechtbank Noord-Holland heeft op 5 november 2013 uitspraak gedaan op het beroep dat de eigenaar van Landgoed Groot Bentveld heeft ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort (het college) om de bouwvergunning in te trekken die was verleend voor het plaatsen van een kunstwerk op het landgoed. Het gaat om een door Studio Job ontworpen kunstwerk in de vorm van een toegangspoort. Dit kunstwerk maakte veel discussie los na een uitzending van “De wereld draait door” waar de twee kunstenaars van Studio Job te gast waren om over hun werk te praten. In deze uitzending is onder andere een afbeelding getoond van het kunstwerk. In een open brief heeft Studio Job daarop uitleg gegeven over het kunstwerk. Aangegeven is dat het kunstwerk controversieel is vanwege de iconografie en verwijzing naar de Holocaustperiode.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Betekenis kunstwerk
Het college stelt dat deze verwijzing in het kunstwerk aanleiding heeft gegeven tot veel maatschappelijke onrust. Als het college hiervan had geweten zou zij de bouwvergunning niet hebben verleend. Verder rust er een erfdienstbaarheid op de gronden waarop het kunstwerk wordt geplaatst. Deze erfdienstbaarheid houdt in dat de gronden niet zullen worden bebouwd. Ook hierover was het college niet geïnformeerd door de eigenaar. Het college heeft de bouwvergunning voor het kunstwerk ingetrokken omdat zij vindt dat de eigenaar het college bij het doen van de bouwaanvraag, onvoldoende heeft geïnformeerd over de aard van het kunstwerk en de erfdienstbaarheid. De eigenaar heeft aangegeven dat aan het kunstwerk een betekenis wordt toegedicht die het niet heeft. Eiser heeft de relatie van het kunstwerk met de Holocaust niet gelegd. Bovendien is deze toegedichte betekenis pas ontstaan nadat de bouwvergunning al was verleend.
Oordeel rechtbank
De rechtbank heeft geoordeeld dat, los van de vraag of de eigenaar op het moment van de aanvraag op de hoogte was van een verwijzing in het kunstwerk naar de Holocaust, er geen wettelijke regel is die hem verplicht dit gegeven bij een bouwaanvraag te verstrekken. Datzelfde geldt voor het bestaan van een erfdienstbaarheid.
Er was voor het college dan ook geen grond om de bouwvergunning in te trekken. De rechtbank heeft het beroep van de eigenaar gegrond verklaard en het besluit van het college om de bouwvergunning in te trekken, herroepen. Dit betekent dat de eigenaar weer beschikt over de bouwvergunning en hij het kunstwerk kan plaatsen.
ECLI:NL:RBNHO:2013:10410