In een recente uitspraak oordeelt de Hoge Raad dat een Duitse tandarts over de specifieke deskundigheid beschikt die bovendien op de Nederlandse arbeidsmarkt schaars genoeg is, om de 30%-regeling toe te passen. De specifieke deskundigheid van de tandarts was niet in geschil, wel de vraag of er sprake van schaarste aan tandartsen in Nederland was.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Deze vraag beantwoordt de Hoge Raad bevestigend. De Hoge Raad baseerde zich hierbij op gegevens uit een rapport van de Stichting Capaciteitsorgaan voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen van december 2010. Daarin stond dat de laatste jaren vóór het tijdstip van indiensttreding van de desbetreffende tandarts (1 mei 2011) een aanzienlijke instroom plaatsvond van buitenlandse tandartsen naar Nederland en dat dit naar verwachting tot 2020 wel zo zou blijven. De buitenlandse instroom bedroeg doorgaans ruim 40% van de totale jaarlijkse instroom van pas afgestudeerde tandartsen.
In een recente uitspraak oordeelt de Hoge Raad dat een Duitse tandarts over de specifieke deskundigheid beschikt die bovendien op de Nederlandse arbeidsmarkt schaars genoeg is, om de 30%-regeling toe te passen.
De tandarts en de werkgever verzochten om toepassing van de 30% regeling per 1 mei 2011, de datum van indiensttreding bij een tandartspraktijk in Nederland. De 30%-regeling houdt -kort gezegd- in dat de werkgever de daarvoor kwalificerende werknemer een belastingvrije vergoeding kan geven van maximaal 30% van de som van het loon en de vergoeding voor extraterritoriale kosten (veelal extra kosten van huisvesting buiten het land van oorsprong). Daarnaast mag het bedrag aan schoolgelden volledig belastingvrij worden vergoed. Vereisten om te kwalificeren voor deze regeling zijn dat de inkomende werknemer over specifieke deskundigheid beschikt en dat deze deskundigheid op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is. De inspecteur wees dit verzoek af omdat van schaarste van tandartsen in Nederland volgens hem geen sprake was. Het betrof slechts regionale tekorten die leidden tot een zeer beperkte onvervulde zorgvraag.
De Hoge Raad stelde echter de tandarts in het gelijk en baseerde zich hierbij op gegevens uit een rapport van de Stichting Capaciteitsorgaan voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen van december 2010. Daarin stond dat de laatste jaren vóór het tijdstip van indiensttreding van de desbetreffende tandarts (1 mei 2011) een aanzienlijke instroom plaatsvond van buitenlandse tandartsen naar Nederland en dat dit naar verwachting tot 2020 wel zo zou blijven. De buitenlandse instroom bedroeg doorgaans ruim 40% van de totale jaarlijkse instroom van pas afgestudeerde tandartsen.
De Hoge Raad meende dat de instroom van tandartsen uit het buitenland nodig was om de vacatures te vervullen en dat zonder deze instroom er een tekort zou zijn ontstaan. Onder die omstandigheden moet worden aangenomen dat ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst niet slechts sprake was van een dreiging van toekomstige schaarste, maar ook van daadwerkelijke schaarste aan tandartsen op de Nederlandse arbeidsmarkt. De deskundigheid was niet in het geding en nu de schaarste bewezen werd geacht, kwalificeerde de tandarts voor de 30% regeling.
Hoge Raad, 15-11-2013, nr.13/01406