De Rechtspraak is verheugd over de kwaliteit van het wetsvoorstel rond de vereenvoudiging van het burgerlijk – en bestuursprocesrecht. Dat blijkt uit het wetgevingsadvies (pdf, 304 kB) van de Raad voor de rechtspraak dat naar de minister van Veiligheid en Justitie is gestuurd. Rechters, raadsheren en juridische ondersteuners beoordeelden tijdens grootschalige consultatiebijeenkomsten of met de nieuwe wetgeving goed te werken is. Het was de eerste keer dat dit op deze schaal gebeurde. Het geeft het belang aan dat de Rechtspraak hecht aan de vernieuwing.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Rechtspraak staat aan de vooravond van een grote moderniseringsoperatie (zie ook het themadossier Modernisering rechtspraak op rechtspraak.nl). Om die mogelijk te maken, is nieuwe wetgeving nodig. Hiervoor is de minister van Veiligheid en Justitie verantwoordelijk.
Eenvoudiger procedures
De kern van het programma is vereenvoudiging van procedures, waarbij digitalisering een belangrijke rol speelt. Zo komt er voor civiele procedures (waarbij twee particulieren partij zijn) en voor bestuursrecht (waarbij een overheidsinstantie betrokken is) één vrijwel identieke, begrijpelijke procedure. “Rechtspraak wordt minder Kafka”, zegt Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak. Een belangrijk onderdeel is ook dat de nieuwe rechtsgang de rechter meer mogelijkheden biedt regie te voeren op het verloop van de rechtszaak. Ook wordt het voor de rechter in civiele zaken mogelijk mondeling uitspraak te doen – nu kan dat alleen bij tussenvonnissen en incidenten. Verder schrijft de wet, ook anders dan nu, termijnen voor de verschillende stappen in een proces voor.
Geen ingrijpende veranderingen
De Rechtspraak vraagt in het advies op het wetsvoorstel niet om ingrijpende aanpassingen. Bakker: “Het gaat er in het advies vooral om of de voorgestelde uitwerking van de nieuwe gecombineerde digitale procedure wel goed is doordacht. Is voor een bepaalde kwestie de beste oplossing gekozen?”
Alternatief
Daarbij springen een paar dingen in het oog, aldus Bakker. In het wetsvoorstel verdwijnt de rolzitting. Tijdens zo’n zitting wordt de zaak niet inhoudelijk behandeld, maar gekeken of aan alle voorwaarden is voldaan om de rechtszaak te voeren en partijen krijgen dan de gelegenheid om zaken toe te lichten. Bakker: “Wij willen een alternatief, zodat de burger die niet zo makkelijk is met de pen, snel en makkelijk zijn situatie uiteen kan zetten bij de rechter.”
Omvang dossiers
Een tweede punt van aandacht is de omvang van dossiers, aldus Bakker. Nu digitaal procederen mogelijk wordt, bestaat het gevaar dat de rechter enorme hoeveelheden stukken te beoordelen krijgt. De Rechtspraak pleit voor een specifeerplicht: waar in het stuk staat wat relevant is voor deze rechtszaak? Bakker: “Dit moet op de een of andere manier worden geregeld. Dat kunnen ook wij doen in onze procesreglementen, maar dan moeten we te zijner tijd niet het verwijt krijgen op de stoel van de wetgever te gaan zitten.”
Begrijpelijker en sneller
Per saldo is de grootste winst dat bestuurs- en civiele rechtspraak straks begrijpelijker en sneller wordt, benadrukt Bakker. “Of iemand nou een zaak heeft tegen de gemeente, of tegen de buurman, de procedure is in principe altijd hetzelfde. Ook gaan procedures sneller doordat mensen digitaal zaken kunnen indienen en volgen. En de wet schrijft termijnen voor. Kortom: begrijpelijker en sneller.”