In het vonnis van 24 januari 2014, in de zaak tussen BAM en de gemeente Zevenaar, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, beslist dat de aanbestedingsprocedure met betrekking tot de verbouwing van het BAT-kantoor in Zevenaar tot gemeentehuis gestaakt moest worden. De reden daarvan was dat de gemeente in strijd met artikel 2.114 van de Aanbestedingswet handelde door het criterium van laagste prijs in plaats van het criterium EMVI (economisch meest voordelige inschrijving) te hanteren.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Nieuwe procedure
Wam & Van Duren is nu door middel van een nieuw kort geding tegen deze beslissing opgekomen. In dit nieuwe kort geding heeft de voorzieningenrechter op 3 juni 2014 onder meer beslist dat Wam & Van Duren misbruik van procesrecht maakt door in dit late stadium nog een kort geding te starten dat is gericht tegen de beslissing in het vonnis van 24 januari 2014. Wam & Van Duren wist van het eerdere kort geding tussen BAM en de gemeente Zevenaar. Daarin had zij als partij tussen kunnen komen. Dat heeft zij ten onrechte niet gedaan. Ondertussen heeft de gemeente Zevenaar, als gevolg van het vonnis van 24 januari 2014, de opdracht opnieuw aanbesteed. Meerdere partijen hebben hierop ingeschreven. Deze aanbesteding is nu in de gunningsfase. De inschrijvers hebben hiervoor moeite gedaan en kosten moeten maken. Het is met het oog op de belangen van deze andere inschrijvers niet aanvaardbaar dat de rechtmatigheid van het eerdere gunningsvoornemen, waarover maanden geleden is geoordeeld, nu opnieuw ter discussie wordt gesteld. Wam & Van Duren heeft dan ook niet op de juiste manier en niet voortvarend gehandeld door eerst nu voor haar belangen op te komen.
Goede procesorde
De voorzieningenrechter heeft verder geoordeeld dat er voor een hernieuwde inhoudelijk beoordeling van het standpunt van de gemeente Zevenaar geen ruimte is. Voor de gemeente geldt dat zij haar standpunten, haar verweren en argumenten in het eerste kort geding naar voren heeft kunnen brengen. Als de gemeente van mening is dat dat onvoldoende is gebeurd, had zij in hoger beroep moeten gaan tegen het vonnis van 24 januari 2014. Het hoger beroep is er immers voor om omissies en fouten te herstellen. Ook een spoedappel was mogelijk geweest. Dan was er inmiddels al of anders op korte termijn een uitspraak van het hof geweest. Het is niet de bedoeling om een kort geding te gebruiken als een verkapt hoger beroep tegen een vonnis in een eerder kort geding. Dat is in strijd met het gesloten stelsel van rechtsmiddelen en ook in strijd met een goede procesorde. Wam & Van Duren wordt daarom niet-ontvankelijk in haar vorderingen verklaard.
In een overweging ten overvloede heeft de voorzieningenrechter zijn vonnis van 24 januari 2014 nog verduidelijkt. Tot op zekere hoogte moet toetsbaar zijn of een aanbestedende dienst daadwerkelijk EMVI als gunningscriterium heeft gehanteerd. De wetgever heeft het criterium EMVI immers voorop gesteld om duurzaam en innovatief inkopen te bevorderen. Waar het omslagpunt tussen EMVI en laagste prijs ligt, zal van geval tot geval moeten worden vastgesteld, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval.
Het volledige vonnis is via onderstaand ECLI-nummer te lezen.
ECLI:NL:RBGEL:2014:3493