Een Veghelse projectontwikkelaar mag beginnen met de ontwikkeling van een zogeheten Foodworld aan de Noordkade in Veghel. Dit besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Foodbeleving
De projectontwikkelaar wil het voormalige terrein van mengvoederproducent CHV herinrichten tot een bedrijfs-, vermaak-, en onderwijscluster. In de plannen zit ook de ontwikkeling van Foodworld; voorzieningen voor functies binnen het thema foodbeleving als horeca, detailhandel, dienstverlenging, educatie en ontspanning. De gemeente Veghel verleende in december vorig jaar specifiek voor deze ‘foodbeleving’ een omgevingsvergunning. Een concurrerende supermarktketen uit de omgeving van het terrein stelde beroep in tegen het besluit om toestemming te verlenen voor de ontwikkeling van een foodcluster.
Marktruimte
Volgens de supermarkt heeft de projectontwikkelaar onvoldoende onderzocht of in Veghel marktruimte bestaat voor de vestiging van Foodworld, en wat de mogelijke gevolgen voor de winkeliers in de omgeving zijn. Bovendien stelt de supermarkt dat onvoldoende duidelijk zou zijn wat de vergunning precies inhoudt.
Effectanalyse
De gemeente en de projectontwikkelaar hebben een effectenanalyse laten uitvoeren, waaruit blijkt dat er voldoende marktruimte is in de regio. Verder blijkt uit de analyse dat de vestiging van Foodworld weliswaar kan leiden tot omzetvermindering bij bestaande supermarkten en speciaalzaken én krimp in het artikelenaanbod, maar dit is slechts beperkt. Deze gevolgen worden bovendien gecompenseerd door de extra bezoekers die Foodworld trekt, waarvan ook het centrum van Veghel kan profiteren. De rechtbank oordeelt dat uit niets blijkt dat de opgestelde analyse onjuiste informatie bevat. Daarmee heeft de gemeente voldoende onderbouwd dat er marktruimte is en dat de negatieve gevolgen voor omliggende winkeliers beperkt zijn.
Verschillende vergunningen
Volgens de rechtbank kan de gemeente met verschillende soorten vergunningen onderscheid aanbrengen tussen verschillende soorten activiteiten in de levensmiddelenbranche zoals partijen die uitoefenen. Ook de stellingen van de supermarkt, dat het besluit in strijd zou zijn met onder meer het provinciaal en gemeentelijk beleid, worden door de rechtbank verworpen.
ECLI:NL:RBOBR:2014:5092