Een 23-jarige man is in hoger beroep veroordeeld wegens dood door schuld van zijn 21-jarige broer en overtreding van de Wegenverkeerswet. Hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, een werkstraf van 240 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 2 jaar. Dit heeft het gerechtshof Amsterdam vandaag beslist.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Dood door schuld
Het hof acht bewezen dat hij op 17 juni 2012 in Amsterdam zeer onvoorzichtig in een personenauto heeft gereden als gevolg waarvan zijn jongere broer is komen te overlijden. Terwijl zijn broer het portier van de auto vasthield, heeft hij over een lange afstand afwisselend opgetrokken, gas gegeven en geremd, waardoor zijn broer is gevallen en fatale schedelbreuken en hersenbloedingen heeft opgelopen. De verdachte was niet in het bezit van een geldig rijbewijs.
Ook acht het hof bewezen dat hij de plaats van het ongeval heeft verlaten en zijn broer daarbij in hulpeloze toestand heeft achtergelaten.
Geen opzet
Het hof acht niet aannemelijk dat hij de opzet op de dood of opzet op zwaar lichamelijk letsel van zijn broer had. Om die reden komt het hof tot een lagere straf dan de advocaat-generaal (OM) heeft geëist en de rechtbank Amsterdam eerder had opgelegd. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 20 voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, en 5 jaar rijontzegging geëist. De rechtbank Amsterdam legde hem eerder een gevangenisstraf op van 2 jaar en 5 jaar rijontzegging. De verdachte stelde hoger beroep in.
Leed dragen
Het hof heeft bij het opleggen van de straf onder meer rekening gehouden met het feit dat de verdachte zal moeten leven met het feit dat het aan zijn schuld te wijten is dat zijn broer is overleden en met het leed dat hij zijn familie heeft aangedaan.
ECLI:NL:GHAMS:2014:3797