De rechtbank veroordeelt een 29-jarige rapper voor een doodsbedreiging aan het adres van Geert Wilders via een videoclip op YouTube. De man krijgt een werkstraf van tachtig uur, plus een voorwaardelijk celstraf van twee maanden, conform de eis van het Openbaar Ministerie. Ook moet hij de clip van zijn eigen YouTube-kanaal halen en houden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Bedreiging met geweld
In de clip houden twee gemaskerde en gewapende mannen een persoon die Wilders voor moet stellen onder schot, waarna als het beeld zwart is geworden, er een pistoolschot hoorbaar is. Iedereen zal bij het zien en horen van de clip de conclusie trekken, zo oordeelt de rechtbank, dat de heer Wilders aan het eind daarvan vanwege zijn uitspraken over de islam wordt geëxecuteerd.
‘Nobel’ belang
Bedreiging met geweld slaat het maatschappelijk debat dood, zo oordeelt de rechtbank. Daarbij is het handelen van de 29-jarige man temeer kwalijk, omdat uit zijn teksten blijkt dat hij zich er heel goed van bewust is geweest dat Wilders wegens veelvuldige en ernstige bedreigingen al meer dan tien jaar verregaande persoonlijke bescherming nodig heeft. Verder oordeelt de rechtbank dat de rapper niet alleen een volgens hem ‘nobel’ belang op het oog had, maar ook zijn eigen belang, namelijk het genereren van een grotere naamsbekendheid voor zichzelf als rapper.
Vrijheid van meningsuiting geen schuilplaats voor bedreiging
De verdachte heeft zich beroepen op de vrijheid van meningsuiting, welke ruimer zou zijn als het gaat om uitingen van kunst. De rechtbank verwerpt deze redenering. De vrijheid van meningsuiting vormt geen schuilplaats voor degene die een ander met de dood bedreigt, ook niet als dit op een meer of minder artistieke wijze gebeurt.
De rechtbank merkt op dat het beschikbaar houden van de videoclip op YouTube op zijn eigen kanaal zou betekenen dat hij zich schuldig blijft maken aan bedreiging van Wilders en daar dus voor vervolgd kan worden. De man moet de videoclip verwijderen.
ECLI:NL:RBDHA:2014:13583