Op 18 december 2014 heeft de rechtbank Rotterdam schriftelijk uitspraak gedaan in de beroepen van personen c.q. bedrijven die in het kader van een onderzoek door de Autoriteit Consument en Markt (ACM), naar het zogenaamde ‘executieveilingenkartel’ in december 2011 in de 1e tranche zijn beboet.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De uitspraak van de rechtbank is dat ACM in deze zaak voldoende bewijs heeft vergaard dat de conclusie kan dragen dat handelaren zich op executieveilingen in de periode van 2000 tot en met 2009 zo hebben gedragen dat dit een schending van het kartelverbod van artikel 6 van de Mededingingswet oplevert.
ACM was bevoegd om daarvoor aan de thans in beroep gekomen handelaren een boete op te leggen. De door ACM gemaakte keuze voor de boetegrondslag acht de rechtbank niet in strijd met de wet en ook niet onredelijk.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat ACM in de leeftijd (en gezondheid) van de handelaren danwel in de gestelde media-aandacht geen aanleiding heeft hoeven zien om de boete te matigen.
Wel acht de rechtbank bij een aantal handelaren een matiging van de boete met 10% op zijn plaats vanwege het feit dat zij privé dan wel zakelijk behoorlijk financiële gevolgen hebben ondervonden van de tegen hen genomen besluiten, vooral door (de aankondiging van) het beëindigen van de bancaire relaties door de bank.
De rechtbank stelt de boetes in die gevallen vast op een lager bedrag.
ECLI:NL:RBROT:2014:10129, ECLI:NL:RBROT:2014:10173, ECLI:NL:RBROT:2014:10174