In een geschil over de realisatie van bedrijventerrein Distriport Noord-Holland heeft het gerechtshof Amsterdam de provincie Noord-Holland in het gelijk gesteld. De Peyler, Zeeman Vastgoed en Distriport CV/BV zijn hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van € 2.289.249,39 voorschot op schadevergoeding aan de provincie. De vorderingen van die partijen op de provincie zijn afgewezen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De provincie en (toen nog geheten) De Peyler Projectontwikkeling B.V. en Zeeman Vastgoed B.V. zouden het project gezamenlijk realiseren. Die samenwerking is afgebroken.
Overeenkomst ontbonden
De Peyler Projectontwikkeling en Zeeman Vastgoed hadden tegen betaling grond aan de provincie geleverd, met de bedoeling om een fiscaal voordeel voor het project te behalen. De provincie zou deze grond vervolgens (tegen betaling) ‘fiscaal bouwrijp’ terugleveren. De provincie heeft daartoe werkzaamheden verricht en vervolgens De Peyler, Zeeman Vastgoed en het samenwerkingsverband (Distriport CV/BV) gesommeerd de grond terug te nemen. Dat hebben ze niet gedaan. De provincie heeft daarop de overeenkomst, op basis waarvan zij de grond moest terugleveren, ontbonden en de grond gehouden.
Schadevergoeding
Partijen verschillen vooral van mening over de vraag of die ontbinding gerechtvaardigd was. Beide partijen eisten in hoger beroep schadevergoeding, alsmede betaling van een voorschot: Distriport CV/BV, de Peyler en Zeeman Vastgoed vorderden een voorschot van € 2.737.509,03, de provincie een voorschot van (primair) € 13.885.471,71 of (subsidiair) € 2.289.249,39.
Aan verplichting voldaan
Het hof heeft geoordeeld dat de provincie aan haar verplichtingen met betrekking tot de grond en de financiering van het project heeft voldaan. Ze mocht dus ontbinden en de grond houden. Distriport CV/BV, De Peyler en Zeeman Vastgoed hadden geen goede redenen om niet mee te werken aan teruglevering van de grond. De gevolgen daarvan zullen ze moeten dragen.
Vonnissen
De rechtbank Haarlem (nu Noord-Holland) heeft zich in vier vonnissen tussen 9 november 2011 en 29 mei 2013 vergelijkbaar uitgesproken als het gerechtshof nu, alleen kreeg de provincie geen voorschot op schadevergoeding toegewezen en werd De Peyler niet hoofdelijk veroordeeld.
ECLI:NL:GHAMS:2015:127