De korpschef van de politie mocht politieambtenaren benoemen in
nieuwe – op het Landelijke Functiegebouw Nederlandse Politie (LNFP) gebaseerde – functies. Dat blijkt uit een uitspraak van de Amsterdamse bestuursrechter.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Op 10 november 2011 is het LFNP vastgesteld. De politie werkt sindsdien met één functiegebouw met daarin 92 zogenoemde ‘organieke functies’. Dit zijn abstract omschreven functies, waarbij niet elke taak wordt benoemd. Elke medewerker van de Nederlandse Politie heeft een LFNP-functie toebedeeld gekregen die is bepaald aan de hand van een lijst bestaande functiebeschrijvingen met daarachter de nieuwe LFNP-functies (een transponeringstabel). Verschillende politiemedewerkers hebben beroep bij de rechter ingesteld tegen de hen toebedeelde functies. Die doen in hun ogen onvoldoende recht aan hun oude functie en het werk dat zij feitelijk doen. De rechtbank heeft vandaag uitspraak gedaan op het beroep van acht van die medewerkers.
Terughoudend
De rechtbank stelt voorop dat het LFNP een systeem is met ‘organieke functies’. Omdat dergelijke functies abstract zijn beschreven, mag de rechtbank de gemaakte concrete functiekeuzes slechts terughoudend toetsen. De rechtbank moet zich beperken tot de vraag of de betreffende keuzes ‘op onvoldoende gronden berusten’. Daar is volgens de rechtbank in dit geval geen sprake van. Het LFNP-systeem en de toepassing daarvan bij de acht medewerkers kan de -terughoudende- rechterlijke toetsing dan ook doorstaan. Dit betekent dat de korpschef de toebedeling van de functies op het LFNP en zijn daarbij gebruikte transponeringstabel heeft mogen baseren. De beroepen van alle acht politiemensen worden ongegrond verklaard.
ECLI:NL:RBAMS:2015:541