De rechtbank spreekt een nu 79-jarige man vrij van ontucht met zijn drie kleindochters. Voor het misbruik van twee kleindochters is onvoldoende steunbewijs. Ook voor het misbruik van zijn derde kleindochter moet de rechtbank de man vrijspreken, ondanks dat de man dit gedeeltelijk heeft bekend.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De man werd verdacht van het plegen van seksuele handelingen met zijn drie kleindochters in de periode 2005 t/m eind december 2011. In 2014 heeft de moeder van de kinderen aangifte gedaan. De kinderen waren destijds 7 – 12 jaar oud.
Gebrek aan steunbewijs
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de kleindochters. De man ontkent de handelingen met twee van de drie kleindochters te hebben gepleegd. De rechtbank acht de handelingen niet wettig en overtuigend bewezen. De verklaringen vinden onvoldoende steun in een ander bewijsmiddel. Zonder dit steunbewijs is een veroordeling niet mogelijk.
Derde kleindochter
De man heeft bekend dat hij zijn derde kleindochter een paar keer ontuchtig heeft betast. Ontucht met de derde kleindochter tijdens het logeren bij haar opa thuis kan wegens gebrek aan steunbewijs echter niet bewezen worden. De ontucht met de derde kleindochter in haar ouderlijk huis kan ondanks de gedeeltelijke bekentenis van de man niet bewezen worden omdat dit kleinkind daar niet aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd (art 249 Sr.), omdat de ouders thuis waren. Voor een veroordeling op basis van art 249 Sr. is vereist dat de minderjarige aan de zorg of waakzaamheid van de man was toevertrouwd. Overtreding van een ander wetsartikel is hem niet ten laste gelegd. De rechtbank kan de man niet veroordelen voor een feit dat niet ten laste is gelegd.
De rechtbank geeft in het vonnis aan dat zij dat schrijnend vindt, maar niet anders kan, en dus de man moet vrijspreken.
In het vonnis legt de rechtbank het betreffende wetsartikel nader uit.
ECLI:NL:RBGEL:2015:1093