De plannen voor een nieuw Wetboek van Strafvordering zijn klaar. Onlangs liet minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie dit aan de Tweede Kamer in een brief weten. Belangrijk onderdeel van het nieuwe wetboek is dat de rechter meer regie krijgt. Hij krijgt duidelijker dan nu het geval is zeggenschap over wat de partijen wel en niet mogen, wanneer ze iets moeten doen en welke termijnen gelden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Alle regels
In het Wetboek van Strafvordering staan alle regels voor het strafproces. Omschreven wordt waar politie, Openbaar Ministerie, Rechtspraak, Hoge Raad en advocaten zich aan moeten houden, vanaf de opsporing tot en met de uitvoering van de straf. Het huidige Wetboek van Strafvordering bestaat sinds 1926 en is sindsdien herhaaldelijk gewijzigd en aangevuld. Hierdoor is er een spreekwoordelijke lappendeken ontstaan, met weinig samenhang. Bovendien is het lastig zoeken naar relevante artikelen.
Er is consensus over de noodzaak van modernisering van het wetboek. Eerder liet Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, al weten het belangrijk te vinden dat het Wetboek van Strafvordering aangepast wordt aan de eisen van de moderne tijd. Zo was er toen het huidige Wetboek werd opgesteld, nog geen sprake van digitalisering. En van een opsporingsmiddel als DNA-onderzoek had men nog nooit gehoord.
Wenselijk
Ook de Afdeling advisering van de Raad van State vindt het ‘wenselijk’ dat het Wetboek van Stafvordering wordt gemoderniseerd. Dat staat in de voorlichting die zij op verzoek van de regering over de Contourennota Modernisering Wetboek van Strafvordering heeft gedaan en die gisteren openbaar werd. De Afdeling advisering plaatst daarin wel een paar kanttekeningen. Zo meldt zij dat ‘de opsporende, vervolgende en rechterlijke instanties het werk aan (moeten) kunnen dat van hen wordt verwacht’.
Randvoorwaarden
In april adviseerde de Raad voor de rechtspraak al over de Contourennota, waarin het nieuwe Wetboek van Strafvordering in hoofdlijnen uiteen wordt gezet. In dit advies wees de Raad erop dat de praktische randvoorwaarden waaronder de rechter zijn regierol moet vervullen, duidelijker moeten worden omschreven. Ook de Raad van State vindt dat ‘duidelijk (moet) worden wat de gevolgen zijn van de gewijzigde taakverdeling voor de positie van de zittingsrechter’.
Voldoende tijd
Net als de Rechtspraak eerder dringt ook de Afdeling advisering van de Raad van State erop aan voldoende tijd te nemen voor deze grote operatie. Zij is van mening dat de termijn waarbinnen zeventien wetsvoorstellen bij de adviesorganen worden aangeboden, voor advisering te kort is en vraagt hier aandacht voor.
De wetsvoorstellen worden in 4 verschillende tranches in procedure gebracht. Volgens de planning komt de laatste wet hiervan in december 2018 in het Staatsblad.