De huidige praktijk van pro-formazittingen vraagt om spelregels die de verhoudingen tussen rechter-commissaris en zittingsrechter verduidelijken. Dit blijkt uit het onderzoek Alleen voor de vorm? Frequentie, organisatie en praktijk van pro-formazitting van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Pro-forma
In strikte zin wordt een pro-formazitting gehouden om te bepalen of een verdachte die vastzit in voorlopige hechtenis mag worden gehouden. Als een verdachte in voorlopige hechtenis zit, moet zijn zaak binnen 104 dagen aan de strafrechter worden voorgelegd. Als het politieonderzoek tegen die tijd nog niet is afgerond, kan de officier van justitie tijdens een pro-formazitting aan de rechter vragen de zaak tijdelijk te schorsen en de voorlopige hechtenis in afwachting daarvan te laten voortduren. Op deze manier hoeft de verdachte nog niet op vrije voeten te worden gesteld. De naam pro-forma (‘voor de vorm’) verwijst naar het feit dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld tijdens zo’n zitting.
Discussie
Onder juristen bestaat discussie over de wenselijkheid om pro-formazittingen alleen te plannen om de voorlopige hechtenis te laten voortduren. Het kost zittingscapaciteit en mankracht, en men vraagt zich af in hoeverre de taken van de zittingsrechter en de betrokken rechter-commissaris zich tot elkaar verhouden. Een pro-formazitting wordt in de praktijk namelijk ook gebruikt, met name door de verdediging, om onderzoekwensen aan de rechter voor te leggen. We spreken dan eigenlijk van een regiezitting. Omdat er wel discussie is over deze materie maar geen empirisch onderzoek, hebben de onderzoekers besloten de praktijk van pro-formazittingen te onderzoeken.
Cijfers
Uit het onderzoek blijkt dat 3 procent van het totale aantal strafzittingen een pro-formazitting is. Wanneer er alleen naar zittingen van de meervoudige kamer wordt gekeken is dit percentage 17,5 procent. In hoger beroep ligt dit percentage flink hoger: 28 procent van de zittingen is een pro-formazitting. In 5 procent van de gevallen in eerste aanleg en 24 procent in hoger beroep wordt de voorlopige hechtenis na de pro-formazitting opgeheven. Pro-formazitting komen met name voor bij zaken met betrekking tot zware geweldsmisdrijven. Ook bij Opiumwetzaken en Wet Wapens-en-Munitiezaken komen ze relatief veel voor.
Spelregels
De onderzoekers vroegen leden van de Rechtspraak, het Openbaar Ministerie en advocatuur naar hun kijk op de praktijk van pro-formazittingen. De geïnterviewden onderstrepen het belang van de openbaarheid van een pro-formazitting: het is een moment waarop zichtbaar wordt gemaakt wat de stand van zaken is van het onderzoek naar de verdachte en welke stappen nog moeten worden gezet. Maar er wordt wisselend gedacht over de verhouding tussen de rechter-commissaris en de zittingsrechter. In de huidige praktijk dreigen ze in elkaars vaarwater te zitten. Ook wordt uit de interviews duidelijk dat het als inefficiënt wordt ervaren dat voor één zaak verschillende rechters en officieren van justitie zich in dezelfde zaak moeten verdiepen. Uit het onderzoek blijkt dat op de pro-forma zitting vaak andere rechters zitten dan die de zaak inhoudelijk zullen gaan behandelen.
De onderzoekers stellen dan ook dat de huidige praktijk om spelregels vraagt, met name waar het gaat om de verhouding tussen rechter-commissaris in het voorbereidend onderzoek en het moment waarop het onderzoek overgaat naar de zittingsrechter. Het is aan de wetgever om deze spelregels op te stellen, aldus de onderzoekers.