2 broers (41 en 36 jaar) uit Heeswijk-Dinther zijn in hoger beroep beiden veroordeeld tot 240 uur taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden voor het vervalsen van 8 paardenpaspoorten. Van deze vervalste paardenpaspoorten zijn er vervolgens 5 met een paard aan een slachterij aangeboden om te worden geslacht voor vlees, bestemd voor menselijke consumptie. Het bedrijf vanwaaruit de broers werkten, heeft een geldboete van 20.000 euro opgelegd gekregen, waarvan 10.000 euro voorwaardelijk.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Misleiding
De broers hebben op deze manier meegewerkt aan de mogelijke misleiding van consumenten van paardenvlees én het bemoeilijken van de traceerbaarheid van het vlees. Van 2 paarden is vastgesteld dat deze niet geschikt waren voor menselijk consumptie. Van de overige paarden kan dat door de vervalsingen niet of moeilijk meer worden vastgesteld. Dit levert een reëel gevaar op voor de voedselveiligheid en daarmee voor de volksgezondheid.
Meer vervalsingen
Hoewel er aanwijzingen zijn dat er meer vervalsingen hebben plaatsgevonden, is het hof uitgegaan van dat wat bewezen is verklaard: 8 vervalste paardenpaspoorten en het 5 keer opzettelijk gebruikmaken daarvan. Volgens de wet U verlaat Rechtspraak.nl mag het hof voor beide feiten bovendien maar 1 straf opleggen.
Geldboete
Volgens de verdediging zou het bedrijf van de broers niet in staat zijn om een grote geldboete te betalen, maar het hof vindt dit niet aannemelijk. Er zijn nog paarden aanwezig in het bedrijf en daarmee wordt nog steeds geld verdiend. Daarom heeft het hof het bedrijf toch een geldboete opgelegd.
Andere straffen
Op 16 juni 2014 veroordeelde de rechtbank Oost-Brabant de beide broers tot gevangenisstraffen van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Het bedrijf kreeg toen een boete van 60.000 euro. Het OM eiste in hoger beroep een celstraf van 24 maanden, waarvan 12 voorwaardelijk en 75.000 euro boete voor het bedrijf. Het hof vindt, net zoals de rechtbank en het OM, dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige feiten, maar kiest voor andere straffen. Daarbij heeft hof onder meer gelet op de omstandigheid dat de broers openheid van zaken hebben gegeven tijdens de terechtzitting in hoger beroep. Ook de lange duur van het totale strafproces heeft gezorgd voor de lagere straffen.