Een meerderheid van de Tweede Kamer is voorstander van de wetswijziging die de zogenoemde stille bewindvoerder van een wettelijke basis voorziet. Zo’n beoogd curator bereidt een mogelijk faillissement voor en kan daardoor sneller handelen als het faillissement werkelijkheid wordt.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Dat bleek gisteren tijdens een wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over het ‘Wetsvoorstel continuïteit ondernemingen I’, die de Faillissementswet van 1893 wijzigt. Eerder adviseerde de Raad voor de rechtspraak over het wetsvoorstel overwegend positief. De werkwijze van de meeste rechtbanken wordt met de wetswijziging geformaliseerd, aangezien zij al stille bewindvoerders benoemen. Er is hiervoor een sterke roep uit de praktijk.
Stille bewindvoering
Hoe werkt stille bewindvoering? Als een bedrijf in ernstige financiële moeilijkheden verkeert, kan het de rechtbank vragen welke advocaat curator wordt, mocht het bedrijf inderdaad failliet gaan. Die persoon kan, vooruitlopend op het eventuele faillissement, al aan de slag gaan. Hij of zij wordt dan een ‘stille bewindvoerder’ genoemd. ‘Stil’ omdat zijn aanwijzing niet publiekelijk bekend wordt gemaakt, terwijl dat bij de benoeming van een bewindvoerder bij surséance van betaling of van een curator bij een faillissement wel gebeurt. De rechtbank wijst niet alleen een stille bewindvoerder aan: zij noemt ook de naam van de rechter-commissaris die bij een eventueel faillissement toezicht zal houden. Die persoon heet de ‘stille rechter-commissaris’ of ‘beoogde rechter-commissaris’.
Schade beperken
De inschakeling van de stille bewindvoerder heeft als doel om schade bij klanten, werknemers en schuldeisers als gevolg van een eventueel faillissement zoveel mogelijk te beperken. De stille bewindvoerder laat zich door de ondernemer informeren over wat hem te wachten staat in het geval van een faillissement. Verder kan de bewindvoerder antwoord geven op vragen van de ondernemer. Deze vragen kunnen bijvoorbeeld gaan over de mogelijkheden van een doorstart (na faillissement). De gedachte is dat de stille bewindvoerder, als hij eenmaal bij het faillissement inderdaad tot curator is benoemd, met deze voorbereide doorstart sneller kan instemmen. De rechter-commissaris (die als stille rechter-commissaris ook al van de doorstart kennis heeft genomen) kan de doorstart vervolgens sneller goedkeuren.
Extra kosten
In zijn wetgevingsadvies wees de Raad voor de rechtspraak op de extra kosten die invoering van het wetsvoorstel met zich meebrengt. Die zijn substantieel: jaarlijks zo’n 835.000 euro, is de inschatting. De Raad vroeg nadrukkelijk aandacht voor deze financiële consequentie. De extra kosten worden onder meer veroorzaakt doordat de rechter-commissaris ongeveer twee keer zo veel tijd kwijt is aan stille bewindvoering dan aan een regulier faillissement. Daarnaast leidt de nieuwe werkwijze jaarlijks naar verwachting tot honderden extra verzoekschriftprocedures en insolventie-handelingen. Tijdens het debat in de Kamer werd hiervoor ook aandacht gevraagd door de Kamerleden. De minister gaf in dit verband aan met de Raad voor de rechtspraak in onderhandeling te zijn over de prijsperiode 2017-2019.