De uitspraak, waarop het artikel was gebaseerd, is door de Raad van State op 24-01-2018 vernietigd.
Bekijk de uitspraak van de Raad van State hier: ECLI:NL:RVS:2018:245
ABRvS 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:245, AB 2018/148, m.nt. B. van der Vorm (r.o. 5.3.2- 5.3.3): de burgemeester vanCuijk heeft in strijd met de vergewisplicht(ex artikel 3:9Awb) gehandeld door, net als de rechtbank, niet te onderkennen dat een beleidssepot ook een rol speelt bij de beoordeling van de mate van het gevaar;
» Vergelijk internet, digitale tv en bellen «advertorial
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Samenvatting uitspraak ECLI:NL:RVS:2018:245:
Anders dan het LBB in het aanvullend advies heeft gesteld, is in de uitspraak van de Afdeling van 11 februari 2015 geen grond gelegen voor het oordeel dat het sepot irrelevant is voor de beoordeling of in dit geval ernstig gevaar in de zin van art. 3 lid 3 Wet Bibob bestaat. Deze beoordeling beperkt zich immers niet tot de vraag of aannemelijk is dat persoon A strafbare feiten heeft gepleegd, maar ziet op de vraag of ernstig gevaar bestaat dat appellante de aangevraagde vergunningen mede zal gaan gebruiken om in de toekomst strafbare feiten te plegen. De strafzaak waarin persoon A als verdachte van het plegen van een geweldsmisdrijf op 28 mei 2012 is vervolgd, is wegens gewijzigde omstandigheden geseponeerd. Volgens de Aanwijzing houdt deze sepotgrond in: “Verbeterd levensgedrag van verdachte; dan wel omstandigheden die tot het delict hebben geleid of die tot recidive zouden kunnen leiden, bestaan niet meer of zijn in belangrijke mate gewijzigd”. De hiervoor onder 5.2.3 weergegeven e-mail van het Openbaar Ministerie van 2 oktober 2015 vermeldt de redenen die in dit geval tot de toepassing van deze sepotgrond hebben geleid. Nu de strafzaak tegen persoon A is geseponeerd wegens verbeterd levensgedrag van persoon A, dan wel wegens wijziging of niet meer bestaan van omstandigheden die tot het delict hebben geleid of tot recidive zouden kunnen leiden, biedt de enkele omstandigheid dat aannemelijk is dat persoon A de desbetreffende strafbare feiten heeft gepleegd onvoldoende grondslag voor het standpunt dat ernstig gevaar bestaat dat de aangevraagde vergunningen mede zullen worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten. Voor zover het Bureau zijn conclusie over het bestaan van ernstig gevaar heeft gebaseerd op de geweldsdelicten waarvan aannemelijk is dat persoon A die heeft gepleegd, heeft de rechtbank derhalve evenmin onderkend dat de burgemeester die adviezen in strijd met de op hem rustende vergewisplicht aan het besluit van 14 maart 2016 ten grondslag heeft gelegd.