Stichting Merem Behandelcentra (Merem) heeft aan de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) gevraagd om te bepalen dat zij vanaf 1 januari 2016 voor het Nederlands Astmacentrum in Davos (NAD) hogere tarieven in rekening mag brengen bij de zorgverzekeraar dan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft vastgesteld.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In het NAD worden patiënten met ernstig astma behandeld. De effectiviteit van de door het NAD geboden hooggebergtebehandeling is echter nog niet bewezen. Om die reden heeft het Zorginstituut Nederland aan handhaving van deze behandeling in het verzekerde pakket de voorwaarde gesteld dat er een wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt naar de meerwaarde van de hooggebergtebehandeling ten opzichte van dezelfde behandeling op zeeniveau.
Door de deelname van het NAD aan het onderzoek wordt de helft van de voor een behandeling in het NAD in aanmerking komende patiënten alsnog in Nederland behandeld. Het gevolg hiervan is dat er minder patiënten in het NAD worden behandeld en dat de kosten per patiënt zijn gestegen. Merem heeft NZa daarom verzocht om hogere tarieven vast te stellen, maar NZa heeft dat verzoek slechts gehonoreerd voor wat betreft extra kosten wegens koersverschillen. De door Merem gevraagde tarieven bedragen ruim het dubbele van de tarieven die NZa heeft vastgesteld.
Merem heeft aangevoerd dat handhaving van de door NZa vastgestelde tarieven zal leiden tot sluiting van het NAD. Het door NZa genomen tariefbesluit is volgens Merem evident onrechtmatig.
De voorzieningenrechter heeft onder meer overwogen dat de stelling van Merem, dat een hooggebergtebehandeling alleen tot het verzekerde pakket behoort als die behandeling plaatsvindt in het kader van het onderzoek, niet opgaat. Het bezwaar dat bij sluiting van het NAD het enige tijd kan duren voordat hooggebergtebehandeling bij een andere kliniek voor de betreffende patiënten beschikbaar is, acht de voorzieningenrechter niet onoverkomelijk. Afweging van de belangen van verzoekster bij hogere tarieven tegenover de belangen die gediend zijn met een ongewijzigde uitvoering van het tariefbesluit leidt tot de conclusie dat er onvoldoende reden bestaat om een voorlopige voorziening te treffen.