Bij de MvT van het oorspronkelijke ontwerp van de WED werden er twee redenen gegeven voor de behoefte aan een bijzondere wet ter regeling van de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten. In de eerste plaats werd de noodzaak gevoeld van ordening en uniformering van de handhaving van een aantal toentertijd bestaande economische wetten en regelingen. In de tweede plaats zou de aard van ‘het’ economische delict bijzondere voorzieningen eisen met betrekking tot de rechterlijke organisatie en het materiële en formele strafrecht.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De vraag is namelijk niet alleen of de WED in haar huidige vorm nog bestaansrecht heeft, maar ook of een vernieuwde, herziene WED een zinvolle functie zou kunnen vervullen. Daartoe zijn in het onderstaande onderzoek de plaatsbepaling en de rol van de WED bij de handhaving van het ordeningsrecht geschetst in het licht van een aantal ontwikkelingen.
Samenvatting
De probleemstelling die in dit onderzoek centraal staat is:
Biedt de Wet op de economische delicten nog een kader voor de strafrechtelijke handhaving van belangrijke delen van het ordeningsrecht dat:
- dogmatisch verantwoord is
- systematisch en coherent is geordend
- recht doet aan de relatie tot andere, met name bestuurlijke handhavingsinstrumenten.
Met andere woorden: heeft de WED zoals die nu is vormgegeven, nog wel bestaansrecht?
Gritter, E., Knigge, G., Kwakman, N.J.M. (2005), De WED op de Helling; een onderzoek naar de wenselijkheid de Wet op de economische delicten te herzien, Onderzoek en beleid 234, BJu, Den Haag
Volledige tekst
Samenvatting
Wet op de economische delicten (WED), Wetten.overheid.nl