Slachtoffers van zware misdrijven en nabestaanden werden vorig jaar in negentien gevallen te laat op de hoogte gesteld over het vrijkomen van de dader uit de gevangenis of tbs-kliniek. Ten opzichte van een jaar eerder is dat aantal gedaald.
Dat blijkt uit cijfers van het Informatiepunt Detentieverloop (IDV).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In 2014 kwam het nog 61 keer voor dat een melding te laat kwam. Volgens de regels moeten slachtoffers en nabestaanden minimaal een week van tevoren worden geïnformeerd.
Het IDV laat het slachtoffers weten als de dader verlof krijgt, ontsnapt of vrijkomt. Dat moet voorkomen dat slachtoffers van zware misdrijven onverwacht de dader tegen het lijf lopen.
De regels gelden als de dader minimaal acht jaar cel of tbs heeft gekregen, of als de slachtoffers in de rechtszaal spreekrecht hebben gehad.
Te late meldingen
Voor de negentien te late meldingen zijn in 2015 bijna zestig excuusbrieven verstuurd. Bij één melding kunnen namelijk meerdere slachtoffers of nabestaanden betrokken zijn. In de eerste zes maanden van 2016 is vijf keer te laat melding gemaakt, waardoor zestien mensen te laat werden geïnformeerd.
Het Openbaar Ministerie laat weten dat het percentage te late meldingen in 2015 nog maar een half procent was (19 op 3.952 meldingen), terwijl het een jaar eerder nog een kleine 2 procent was (61 op 3.385).
“Het IDV beseft echter dat de gevolgen voor slachtoffers of nabestaanden groot zijn”. In samenwerking met de andere betrokken organisaties werkt het IDV daarom aan verbetering van de informatievoorziening.
De cijfers worden bijgehouden sinds 2012. Toen waren er nog 265 te late meldingen op een totaal van 5.226.