De Europese Octrooi Organisatie (EOO) beroept zich in een geschil terecht op immuniteit van jurisdictie. Dat betekent dat de internationale organisatie niet voor de Nederlandse rechter kan worden gedaagd voor geschillen over de officiële werkzaamheden van de organisatie. De Nederlandse rechter is onbevoegd om te oordelen in een geschil tussen het in Rijswijk gevestigde Europese Octrooibureau, een onderdeel van EOO, en de vakbondsunie van het Europees Octrooibureau en de overkoepelende vakbond voor werknemers van EOO. Dat schrijft advocaat-generaal Vlas vandaag in zijn conclusie, een advies aan de Hoge Raad.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Tussen EOO en de vakbondsunie van EOO (VEOB) en de overkoepelende vakbond voor werknemers van EOO (SUEPO) is een conflict ontstaan. Aanleiding voor dat conflict zijn o.a. nieuwe regels over staken in het dienstreglement van het Europees Octrooibureau. VEOB en SUEPO vinden dat die regels het recht op staking te veel beperken en dat EOO hen moet erkennen als sociale partners in collectieve onderhandelingen. In deze zaak gaat het om de vraag of het toekennen van immuniteit aan EOO een ontoelaatbare beperking oplevert van het recht op toegang tot de rechter in de zin van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.
De voorzieningenrechter verwierp het beroep van EOO op immuniteit maar wees de vorderingen van VEOB en SUEPO – het intrekken van de stakingsregels en erkenning als sociale partners – af. Volgens de voorzieningenrechter kunnen VEOB en SUEPO zich met hun vorderingen richten tot de centrale organisatie. In hoger beroep heeft ook het hof geoordeeld dat EOO zich niet kan beroepen op immuniteit. Het hof heeft de vorderingen van de vakbonden toegewezen. Tegen dat oordeel heeft het EOO beroep in cassatie ingesteld. De Staat ondersteunt het standpunt van EOO als gevoegde partij. Volgens de minister van Justitie heeft de Staat zich te houden aan afspraken over immuniteit van internationale organisaties.
Advocaat-generaal Vlas stelt dat het recht op toegang tot de rechter volgens het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens niet absoluut is. Volgens Vlas worden de rechten van VEOB en SUEPO voldoende gewaarborgd door de bij EOO bestaande interne geschillenprocedure met een beroepsmogelijkheid van individuele werknemers en personeelsvertegenwoordigers bij het Arbeidstribunaal van de International Labour Organisation in Genève. De kern van het recht op toegang tot de rechter, gewaarborgd door het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, is daarom niet aangetast, aldus Vlas.
Een conclusie is een onafhankelijk, rechtsgeleerd advies aan de Hoge Raad die vrij is dat al niet te volgen. De advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.
Naar verwachting doet de Hoge Raad op 20 januari 2017 uitspraak in deze zaak.