De belastingadviseur moet een wettelijk verschoningsrecht krijgen, mits hij lid is van een wettelijk erkende beroepsorganisatie. Een uitzondering op dit verschoningsrecht betreft de situaties waarin van (een vermoeden van) belastingfraude sprake is. Tot deze conclusie komt P. van der Wal in zijn proefschrift Vertegenwoordiging en bijstand in belastingzaken. Fiscale rechtsbijstandverlening naar Nederlandse recht. Op donderdag 3 november 2005 promoveerde hij aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In de praktijk van het belastingrecht neemt tegenwoordig de fiscale rechtsbijstandverlener, ofwel de belastingadviseur, een belangrijke plaats in. Door de toenemende complexiteit van vooral het materiële belastingrecht is het voor de meeste belastingbetalers nauwelijks meer mogelijk zelf aan hun fiscale verplichtingen te voldoen. Laat staan dat zij zelf in staat zijn de voor hen voordeligste weg te kiezen. Veel belastingplichtigen zijn in de praktijk dan ook aangewezen op fiscale rechtsbijstand. De groep belastingplichtigen met een laag inkomens- en opleidingsniveau, alsmede de groep kleine en middelgrote zelfstandigen vallen daarbij vaak tussen wal en schip.
Een wettelijke regeling van het beroep van belastingadviseur als zodanig kan (en moet) naar de mening van de promovendus achterwege blijven. De wettelijke erkenning van de huidige beroepsorganisaties moet voldoende zijn. De wetgever behoeft dan slechts een of meer beroepsorganisaties van belastingadviseurs, zoals de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, te erkennen. Dat zou de wetgever kunnen doen door opleidings- en ervaringseisen aan het lidmaatschap van een wettelijk erkende beroepsorganisatie te stellen. In de wet zouden bepalingen moeten worden opgenomen met een wettelijke ondergrens voor de tuchtregels van beroepsorganisaties van belastingadviseurs. De deskundigheid en integriteit van de leden van de wettelijk erkende beroepsorganisaties van belastingadviseurs is dan volgens Van der Wal voldoende gewaarborgd.
Ondanks het feit dat de belastingadviseur, net als de advocaat primair een belangenbehartiger van zijn cliënt is, dient het beroep van belastingadviseur wel degelijk een aantal maatschappelijke belangen, waaronder een essentiële bijdrage aan een effectieve rechtsbescherming in belastingzaken. Waar het gaat om advisering met betrekking tot tax-planning, kan de waarheidsvinding aan een verschoningsrecht voor belastingadviseurs in de weg staan. Waar het echter gaat om de rechtsbescherming, is de goede uitoefening daarvan zonder verschoningsrecht in wezen net zo noodzakelijk als dat bijvoorbeeld in het strafrecht het geval is. Aangezien adequate rechtsbescherming voldoende deskundige rechtsbijstandverleners vergt, is een deskundige belastingadviseur de enig aangewezene om die taak te vervullen.
P. van der Wal, Vertegenwoordiging en bijstand in belastingzaken: Fiscale rechtsbijstandverlening naar Nederlands recht (diss. Rotterdam), Deventer: Kluwer 2005
