Het belang van digitale preventiesystemen in de Nederlandse jeugdzorg, rechtshandhaving, immigratie en grenscontrole neemt toe. Het gebruik van identiteitsbeheersystemen als instrument verhoogt echter het risico op stigmatisering en discriminatie. Tot deze conclusies komt Karolina La Fors in haar promotieonderzoek, dat ze op 2 november 2016 verdedigde aan Tilburg University.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Karolina La Fors onderzocht de Verwijsindex Risicojongeren, het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg en het ProKid SI 12-systeem, die worden gebruikt in de Nederlandse jeugdzorg, en de gevolgen daarvan voor kinderen. Daarnaast onderzocht ze de ID-Zuil van de Nederlandse Immigratie en Naturalisatiedienst en de ID-zuil voor de Nederlandse strafrechtsketen (PROGIS) – beide biometrische identificatiesystemen – en het Advanced Passenger Information System (API), een risicoprofileringssysteem voor reizigers (waaronder immigranten) op Schiphol.
Hoewel de preventiesystemen het belang van de desbetreffende burger moeten dienen, kan toepassing ervan in de praktijk daar juist inbreuk op maken. Alle onderzochte digitale systemen zijn bedoeld om meer transparantie te verschaffen. De verkregen transparantie is in de praktijk echter niet neutraal, maar in verschillende mate gericht op risico’s. Dat maakt de positie van in dit geval kinderen en migranten kwetsbaar, concludeert La Fors.
In de Verwijsindex Risicojongeren in de jeugdzorg kunnen professionals alleen risico’s in het dossier van een kind registreren en geen verbeteringen. Daarnaast is het door de grote hoeveelheid ingebouwde risicocategorieën in het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg en ProKID en het hoge veranderingstempo van de parameters voor ‘afwijkende’ API-risicoprofielen in grensbeheer, heel gemakkelijk om een risicoprofiel toe te kennen aan een kind of migrant. Voor degenen aan wie een risicoprofiel is toegekend, is het echter uiterst moeilijk om van deze ‘digitale identiteit’ af te komen. Ten slotte vervaagt de wijze waarop deze preventieve systemen in de praktijk worden gebruikt de grens tussen kinderen of migranten die ‘risico lopen’ – en door de maatschappij moeten worden beschermd – en kinderen of migranten die ‘een risico vormen’ voor de maatschappij.
Al deze eigenschappen van de beheersystemen kunnen in de praktijk leiden tot stigmatisering en discriminatie, constateert La Fors.
Oplossingen
De promovenda benadrukt dat de nieuwe Europese regeling voor gegevensbescherming al betere oplossingen biedt voor kinderen en migranten dan de huidige Richtlijn 95/46/EG. Maar om langetermijngevolgen als discriminatie, stigmatisering, valse beschuldigingen of problemen bij het digitaal verwijderen van risicoprofielen het hoofd te bieden, moeten de fundamentele rechten van de mens beter in beschouwing worden genomen. In alle voornoemde gevallen worden de rechten van de gecontroleerde burgers namelijk geschonden.
De problemen moeten met een combinatie van juridische en praktische maatregelen worden aangepakt, aldus La Fors. Ten eerste door de invoering van een evenwichtiger systeem voor het onderscheiden van risico’s en verbeteringen. Ten tweede door een uitgebreide beoordeling van de gevolgen van deze systemen voor gegevensbescherming, rekening houdend met de nieuwe Europese regeling. Ten derde door een zorgvuldige evaluatie van de tot dusver met deze systemen behaalde (preventie)voordelen voor kinderen, migranten en de maatschappij ten opzichte van de oorspronkelijke doelstellingen. Ten vierde door bij de ontwikkeling en het dagelijks gebruik van deze systemen een topprioriteit te maken van het naleven van de mensenrechten en rechten van kinderen.