Ongeveer 75 procent van de werkgestraften rondt de werkstraf succesvol af. Ongeveer 12% van de mensen die deze alternatieve straf krijgt aangeboden, komt niet opdagen. Nog eens 12% begint wel met de werkstraf, maar maakt hem niet af. Een baan is de belangrijkste sleutel tot welslagen. Mensen met een drugsverslaving doen het minder goed: er is een grotere kans dat de werkstraf mislukt.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Sinds de inwerkingtreding van de wet Taakstraffen in 2001 krijgen jaarlijks ongeveer 35.000 volwassenen een werkstraf. Het rapport Werkstraffen: succes verzekerd? beschrijft waarom de ene werkgestrafte de werkstraf succesvol afrondt, terwijl een ander tussentijds stopt of nooit met de werkstraf begint. Het onderzoek is uitgevoerd voor van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie door het Verwey-Jonker Instituut te Utrecht.
Kenmerken werkgestraften
Werkgestraften bestaan voor 84% uit mannen. Driekwart van de populatie is jonger dan 41 jaar. Een ruime meerderheid (71%) is al eens eerder veroordeeld voor een delict. Een zelfde percentage voert voor de eerste keer een werkstraf uit. Een krappe meerderheid (53%) heeft vast werk en iets minder dan een derde van de werkgestraften heeft een verslavingsachtergrond van alcohol en/of drugs.
De groep werkgestraften is gevarieerd van samenstelling. Het kan zowel gaan om first offenders als om mensen met een uitgebreid strafblad, om mensen die een licht vergrijp hebben gepleegd of juist ernstige misdrijven hebben begaan, om mensen die verslaafd zijn aan alcohol en/of (hard)drugs, om mensen die geen werk hebben en geen structuur in hun leven, of juist deelnemen aan de arbeidsmarkt en een gezin hebben.
Wat werkt?
Het succes van een werkstraf hangt af van per-soonlijke kenmerken van de werkgestraften, van hun strafrechtelijk verleden en het soort delict dat zij pleegden. Ook weegt de wijze waarop de reclassering zorgdraagt voor de uitvoering van de werkstraf mee.
Het onderzoek laat zien dat deelname aan de arbeidsmarkt de belangrijkste succesfactor is, terwijl drugsverslaving en een eerder opgelegde vrijheidsstraf belangrijke faalfactoren zijn. Tegelijkertijd is motivatie van belang. De groep werkgestraften die het meest succesvol is, bestaat uit mensen met weinig tot geen eerdere justitiecontacten. Ze hebben maatschappelijke verantwoordelijkheden zoals een vaste baan of het volgen een opleiding, een partner en eventueel kinderen.
Samenhang tussen delict en welslagen werkstraf
Mensen die wegens diefstal een werkstraf verrichten ronden deze het minst vaak af. Dronken rijders ronden de werkstraf het vaakst af en plegers van gewelds-delicten scoren hier tussenin.
De groep moeilijk plaatsbare werkgestraften bestaat uit personen die verslaafd zijn aan harddrugs, een psychiatrische of meervoudige persoonlijkheidsproblematiek hebben of mensen met lichamelijke klachten (zoals mensen die in de WAO zitten of ouderen).
Snelheid van uitvoering doet ertoe
Een snelle uitvoering van de werkstraf vergroot de kans dat de werkgestrafte de maatregel met succes afrondt. Een werkgestrafte die de werkstraf krijgt aangeboden als transactie door de officier van justitie kan de werkstraf sneller uitvoeren dan als de werkstraf is opgelegd als vonniswerkstraf door de rechter (gemiddeld na 8 dagen tegenover gemiddeld 66 dagen). De oorzaak voor dit verschil ligt in de procedure: een verdachte kan eerder voor de officier van justitie verschijnen dan voor de rechter. Transactiewerkstraffen worden dan ook vaker voltooid (ruim 80 procent tegen 65 procent bij vonniswerkstraffen). Een andere oorzaak voor dit hogere succespercentage kan zijn dat een transactie snel wordt aangeboden nadat het besluit is genomen. Bovendien betreft het bij transactiewerkgestraften een minder ernstige groep die gemotiveerder is om de werkstraf uit te voeren. Dat snelheid een rol speelt blijkt uit nog een ander feit. Binnen zowel de groep transactiewerkstraffen als vonniswerkstraffen ronden degenen met de kortste periode tussen beslissing en uitvoering van de werkstraf, het vaakst de werkstraf succesvol af.
Knelpunten in de keten
Het onderzoek brengt enkele knelpunten aan het licht bij het succesvol laten verlopen van een werkstraf.
- Rechters leggen ondanks contra-indicaties werkstraffen op of ze geven de werkgestrafte nog een kans. Uit het onderzoek komt naar voren dat de reclassering – beter dan de rechter – kan inschatten of mensen ondanks contra-indicaties de werkstraf succesvol kunnen afronden. Het is daarom aan te bevelen in geval van contra-indicaties altijd advies van de reclassering te vragen.
- De groep werkgestraften is zeer gevarieerd terwijl de aard van de werkstraf daar niet bij aansluit. Zo hoeft werk bij een dienstverlenende organisatie niet bij iedereen te passen en kan meer of minder toezicht gewenst zijn. Het is aan te bevelen om meer variëteit aan te brengen in de werkstraffen, vooral rond de mate van toezicht en begeleiding. Dit doet recht aan de gevarieerdheid van de groep werkgestraften en vergroot de kans op succesvolle afronding.
- Als de werkstraf mislukt, ontstaat een schemergebied. Een deel van de personen van wie de werkstraf mislukt, is niet terug te vinden in de registratiesystemen of niet te traceren door het CJIB (Centraal Justitieel Incasso Bureau). De onderzoekers concluderen dat er geen eenduidig registratiesysteem is dat snel inzicht biedt in de vervolgreactie, nadat een werkstraf is mislukt. Het CJIB zou een sanctievolgsysteem moeten ontwikkelen.
Samenvatting, Verwey-Jonker Instituut
Volledige tekst, Verwey-Jonker Instituut