Rechters besluiten ongeveer elf keer per jaar tegen het advies in een tbs-behandeling te beëindigen. In de meeste van deze gevallen schat de tbs-kliniek of een andere adviserende instantie het recidive-risico laag in. Dat blijkt uit onderzoek van het WODC, dat minister Donner van Justitie vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het onderzoekscentrum WODC van het ministerie van Justitie onderzocht 91 tbs-zaken uit de periode 2001-2004, die bij het ministerie Justitie geregistreerd staan als contrair beëindigd. Het blijkt dat in slechts 45 van die gevallen de rechter niet alleen contrair aan de vordering van de officier van justitie, maar ook contrair aan de adviserende instantie besloot de tbs-behandeling te beëindigen. Het ministerie heeft om dit onderzoek gevraagd omdat de afgelopen jaren het aantal contraire beslissingen leek te stijgen.
Het onderzoek ‘Contraire beëindiging van de tbs-maatregel – aantal, aard en verband met recidive’ laat zien dat de rechter doorgaans alleen contrair beëindigt als het recidiverisico door de adviserende instantie laag wordt ingeschat. In 2001 tot en met 2004 is in twee gevallen sprake geweest van een zogeheten harde contraire beëindiging, waarbij de adviserende instantie het recidiverisico wel hoog inschatte. In 31 gevallen schatte de adviserende instantie het recidiverisico laag in en in vijf gevallen matig of twijfelachtig.
Getalsmatig nemen contrair beëindigde tbs-maatregelen in 2001-2004 een geringe plaats in onder de beslissingen in verlengingsprocedures. Er zijn ongeveer elf contraire beëindigingen per jaar, terwijl bij alle 1700 tbs-gestelden tenminste elke twee jaar opnieuw over verlenging van de tbs-behandeling wordt beslist. Hoewel uit eerder onderzoek blijkt dat na een contraire beëindiging het recidivepercentage structureel 10 tot 15 procent hoger is, zijn er van de nu onderzochte contraire beëindigingen tussen 2001 en 2004 nog geen gegevens beschikbaar omdat de follow-up periode daarvoor te kort is. Deze zullen echter vanaf 2007 worden gevolgd.
Het WODC concludeert dat er vier belangrijke redenen zijn voor rechters, raadsheren en gedragsdeskundigen om contrair te gaan.
- Wanneer een kliniek louter op behandelinhoudelijke gronden voorstelt de tbs te verlengen, is er juridisch niet genoeg grond voor verlenging, omdat het recidivegevaar daarvoor het enige criterium is.
- Wanneer de adviserende instantie de rechter er onvoldoende van kan overtuigen dat het recidiverisico nog te hoog is om de tbs-maatregel te beëindigen.
- De rechter is in sommige gevallen niet tevreden over de wijze waarop de kliniek de tbs-maatregel tenuitvoer heeft gelegd. De rechterlijke beslissing kan dan worden gebruikt om de kliniek duidelijk te maken dat de tenuitvoerlegging dient te worden bijgestuurd.
- Het WODC constateert dat tbs-klinieken politieke druk ervaren om geen risico te nemen bij het adviseren om de tbs-maatregel al dan niet te verlengen. Hierdoor zijn volgens de geïnterviewden tbs-instellingen soms terughoudend om ‘niet-verlengen’ te adviseren, ook als zij het recidiverisico laag inschatten.
Naar aanleiding van het onderzoek heeft de minister van Justitie vastgesteld dat het besluit van de rechter om de tbs al dan niet te verlengen beter moet worden voorbereid. Een werkgroep van de Raad voor de Rechtspraak, het OM en de Dienst Justitiële Inrichtingen zal zich hierover buigen. Daarnaast moet de beslissing van de rechter beter tot uitdrukking komen in het vonnis, zodat tbs-klinieken deze motivering kunnen gebruiken in hun beleid. De Raad voor de Rechtspraak zal met de tbs-klinieken hierover overleg voeren. De Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie zal contrair beëindigde tbs-zaken anders gaan registreren omdat de huidige werkwijze een vertekend beeld oproept.
Verlengen van de tbs-behandeling
De rechter beslist in Nederland op vastgestelde tijdstippen of de tbs-maatregel moet worden verlengd. Dat gebeurt elk jaar of elke twee jaar. De tbs-maatregel kan alleen worden verlengd als er een onaanvaardbaar groot risico is dat de tbs-gestelde opnieuw een ernstig delict pleegt. Bij de beoordeling daarvan is gedragskundige expertise nodig. De rechter wordt geadviseerd door de behandelende tbs-kliniek, respectievelijk een psychiater en de reclassering. Onder contraire beëindiging wordt verstaan het door de rechtbank of in hoger beroep door de Penitentiaire Kamer van het gerechtshof Arnhem niet verlengen van de tbs-maatregel tegen het advies van de adviserende instantie in.
Brief TK onderzoek contraire beëindiging tbs-maatregel, Ministerie van Justitie
Onderzoek contraire beëindiging tbs-maatregel, Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum