In het Algemeen Dagblad (AD) van dinsdag 21 februari 2017 en donderdag 23 februari 2017 zijn artikelen gepubliceerd met daarin onjuiste informatie. Hierin wordt het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij herhaling ten onrechte genoemd in relatie tot een incident uit 2013. Daarom nogmaals een reactie.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In 2013 heeft de rechtbank Gelderland in een strafvonnis (met betrekking tot ‘Baby Jairo’) de officier van justitie niet ontvankelijk verklaard. De officier van justitie heeft – conform artikel 449 van het Wetboek van Strafvordering – op de griffie (bij de informatiebalie) van de rechtbank Gelderland hoger beroep ingesteld. Een griffiemedewerker van de rechtbank heeft daarbij fouten gemaakt. Zie het bericht van de rechtbank Gelderland van 21 februari jl.
Medewerkers van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zijn – anders dan vermeld in de artikelen in het AD – in het geheel niet bij deze casus betrokken geweest.
De betreffende griffiemedewerker was door het bestuur van de rechtbank Gelderland aangewezen om de in de wet genoemde werkzaamheden van de griffier te verrichten. De wet – artikel 14 lid 3 van de Wet op de rechterlijke organisatie – bepaalt dat deze medewerker daardoor bevoegd was om de taken van de griffier ook voor alle andere gerechten in Nederland te verrichten. De betreffende medewerker verrichtte zijn werkzaamheden bij de gezamenlijke informatiebalie van gerechtshof en rechtbank in het Paleis van Justitie te Arnhem. In voorkomende gevallen zal hij naar redelijke verwachting ook wel eens werkzaamheden voor het gerechtshof hebben verricht (zoals het inschrijven van een beroep in cassatie tegen een beslissing van het hof). In dat geval blijft hij medewerker van de rechtbank maar fungeerde hij tijdelijk als hulppersoon voor het hof.
In de casus in 2013 ging het echter om een medewerker van de rechtbank Gelderland die zijn werkzaamheden verrichtte voor uitsluitend de rechtbank Gelderland.
Het gerechtshof heeft in een arrest in 2014 beslist dat deze fouten van de griffiemedewerker geen niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie tot gevolg hadden. Daarna heeft de rechtbank Gelderland de zaak alsnog inhoudelijk behandeld en bij vonnis van 3 oktober 2016 beslist. Tegen dat vonnis is nu door de verdediging hoger beroep ingesteld.
Een eventueel vervolg van de inhoudelijke discussie over processuele gevolgen van de fouten van de griffiemedewerker van de rechtbank in 2013 wordt door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden niet via de krant gevoerd. De verdediging kan zijn verzoeken, conform het procesrecht, ter openbare terechtzitting aan de rechter doen.