Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft vandaag in hoger beroep uitspraak gedaan in een zaak die een Rotterdamse advocaat tegen een oud-rechter en de Staat heeft aangespannen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De voorgeschiedenis
De rechter – destijds werkzaam bij de rechtbank in Den Haag – start in 2004 eerst zelf een civiele procedure tegen de advocaat vanwege diens uitlatingen in het boek Topadvocatuur van Micha Kat (2004). De advocaat zegt in dat boek: ‘…bij grote claims leert de ervaring dat Nederlandse rechters nerveus worden. Er gaan opeens gekke dingen gebeuren, zoals rechters die uitvoerig met advocaten gaan bellen over de zaak.’ Als voorbeeld noemt hij dan de oud-rechter van de Haagse rechtbank in de Chipsholzaak. De oud-rechter ontkent ieder telefonisch contact met de advocaat. Op 23 juni 2009 vindt het Haagse gerechtshof dat er bewijs is voor een telefoongesprek tussen de oud-rechter en de advocaat. De oud-rechter mag tegenbewijs leveren, maar in plaats daarvan wordt de procedure in overleg met beide partijen in augustus 2009 beëindigd zonder einduitspraak (geroyeerd). De oud-rechter gaat op 1 oktober 2009 met vervroegd pensioen.
Vervolgens heeft de advocaat in 2010 een civiele procedure aangespannen tegen de oud-rechter en tegen de Staat. In die procedure heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch vandaag in hoger beroep uitspraak gedaan.
Onrechtmatig gehandeld
Het hof stelt in dit hoger beroep vast dat er ten tijde van de Chipsholzaak wel degelijk telefonisch contact heeft plaatsgevonden tussen de oud-rechter en de advocaat. Met het aanspannen van de eerste procedure, waarin de oud-rechter dat telefonisch contact steeds heeft ontkend, heeft de oud-rechter daarom onrechtmatig gehandeld tegenover de advocaat.
Raad mocht advocaatkosten oud-rechter betalen
In de zaak die de advocaat aanspande tegen de Staat der Nederlanden ging het onder meer over de advocaatkosten die de Raad voor de rechtspraak voor de oud-rechter heeft betaald. Dit was niet onrechtmatig, zegt het hof. Er was immers geen enkele aanwijzing dat de Raad wist dat de oud-rechter niet de waarheid sprak. Ook heeft het hof in zijn oordeel meegewogen dat de Raad hierover tot op zekere hoogte zijn eigen afweging mag maken en dat die afweging niet onzorgvuldig is geweest.
Rectificatie
De Raad voor de rechtspraak heeft wel onrechtmatig gehandeld door in 2006 op Kamervragen van de SP te antwoorden dat het handelen van de advocaat ‘niet door de beugel kon en schadelijk was voor het functioneren van de rechtspraak’. Hierdoor is de advocaat in zijn eer en goede naam aangetast. De Raad voor de rechtspraak moet deze uitspraken rectificeren in NRC Handelsblad en het Financieele Dagblad. De rectificatie moet in ieder geval worden geplaatst binnen 48 uur nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.
Nog geen beslissing over schade(vergoeding)
De advocaat eist zowel van de oud-rechter als van de Staat een schadevergoeding. Het hof heeft hierover (nog) geen beslissing genomen, maar geeft partijen eerst tot medio juni 2017 de gelegenheid om hierover onderling een regeling te treffen.