De rechtbank Limburg legt geen straf op aan de wijkagent die in mei 2015 in Susteren een man in zijn voet en been heeft geschoten. De politieman schoot omdat hij dacht dat de man even daarvoor een vuurwerkbom tegen de voordeur van een woning had gegooid en bewapend was. Hij vreesde voor een dreigende situatie waarbij twee aanwezige burgers of hijzelf het slachtoffer konden worden. Die vrees was naar het oordeel van de rechtbank gerechtvaardigd. Oók toen achteraf bleek dat het om een verwarde, psychotische man ging die alleen met een steen had gegooid en geen wapen bij zich had.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Motorclubgeweld
De politiefunctionaris reageerde de avond van 31 mei 2015 op een bericht van de meldkamer. Hij hield er rekening mee dat hij te maken had met motorclubgeweld en dat de man naar wie hij onderweg was gewapend zou zijn met een vuurwapen of een granaat. Naar het oordeel van de rechtbank was die gedachte te begrijpen omdat de politieman wijkagent was in dit gebied dat recent meermalen was opgeschrikt door motorclubgeweld. Eenmaal ter plaatse trof de politieman een man die nergens op reageerde, ook niet als naar hem werd geroepen. Het idee dat de man bewapend was, werd nog versterkt doordat hij voortdurend handbewegingen maakte onder zijn kleding. Voor de politieman was schieten op de benen op dat moment de enige manier om hem te stoppen.
‘Putatief noodweer’
De officier van justitie eiste een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. De politieman wordt echter ‘ontslagen van alle rechtsvervolging’ omdat hij mocht denken dat er gevaar dreigde, ook al was dit achteraf niet zo. In juridische termen heet dit ‘putatief noodweer’. Dat betekent dat de politieman niet strafbaar is.
Regels
De advocaat stelde dat de politieman volgens de regels bij vuurwapengevaarlijke verdachten – de zogenaamde ambtsinstructie – heeft gehandeld. Dit standpunt deelt de rechtbank niet. De enige informatie die de politieman had, was de melding dat vuurwerk tegen een woning was gegooid. Dat vormt onvoldoende basis om te kunnen menen dat het hier om een man met een vuurwapen of een granaat ging. De rechtbank is het echter wel eens met het andere verweer van de advocaat, namelijk dat de politieman niet strafbaar is omdat hij – achteraf in de verkeerde – veronderstelling was dat hij zichzelf en anderen moest verdedigen.
Schrijnend
De rechtbank benadrukt dat politiemensen hun werk moeten doen onder moeilijke omstandigheden. Juist van hen wordt verwacht dat zij met gevaarlijke situaties omgaan. Daarvoor zijn zij opgeleid en getraind. Daarnaast hebben politiemensen net als iedere burger het recht om zichzelf en anderen te verdedigen tegen dreigend gevaar. De rechtbank realiseert zich ook dat haar uitspraak teleurstellend kan zijn voor de neergeschoten man die zich vanwege zijn psychose onbedoeld zo heeft gedragen dat hij als een bedreiging werd gezien. Voor hem zijn de gevolgen schrijnend. Hij wordt dagelijks aan de gebeurtenissen herinnerd omdat hij blijvend een brace om zijn been moet dragen.