De rechtbank Den Haag oordeelt dat het niet aan de rechter, maar aan de wetgever is om te oordelen over de vraag of de Nederlandse regering zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel als bedoeld in artikel 11 van de Wet raadgevend referendum (hierna: Referendumwet) heeft ingediend. Forum voor Democratie had deze vraag voorgelegd in een rechtszaak die zij had aangespannen tegen de Staat. Omdat de rechter geen oordeel toekomt over deze vraag, laat de rechtbank in het midden welke invulling van het begrip “zo spoedig mogelijk” de juiste is.
De vorderingen van Forum voor Democratie worden afgewezen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Waarom komt de rechter geen oordeel toe?
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de vraag of zij mag oordelen of zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel is ingediend, artikel 81 van de Grondwet en rechtspraak van de Hoge Raad daarover als uitgangspunt genomen.
Artikel 81 van de Grondwet draagt het vaststellen van wetten op aan de regering en de Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk. Of, wanneer en in welke vorm een wet tot stand komt, is een geheel politieke aangelegenheid. Dit heeft tot gevolg dat de rechter niet mag ingrijpen in het proces van politieke besluitvorming. In lijn daarmee is het de rechter evenmin toegestaan in te grijpen in een lopend wetgevingsproces door te oordelen over de vraag of procedurevoorschriften zijn geschonden. Alleen de regering en de Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk mogen oordelen over de vraag of procedurevoorschriften zijn geschonden en, zo ja, wat de gevolgen daarvan zijn.
Associatieverdrag Oekraïne
De rechtbank stelt in deze zaak vast dat het wetgevingsproces van de Goedkeuringswet van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne nog niet is afgerond. Weliswaar is het wetsvoorstel tot inwerkingtreding van deze Goedkeuringswet op 23 februari 2017 door de Tweede Kamer aangenomen, maar dit wetsvoorstel is nog niet in de Eerste Kamer behandeld en in stemming gebracht. Er is dan ook nog geen definitief oordeel van de formele wetgever over de vraag of artikel 11 van de Referendumwet is geschonden.
Niet ingrijpen in wetgevingsproces
Het wetgevingsproces is dus nog niet afgerond en er is geen definitief oordeel van de wetgever voorhanden. De rechtbank is met de Staat van oordeel dat onder deze omstandigheden ervan moet worden uitgegaan dat de rechtbank, als zij zou oordelen over de vraag of het procedurevoorschrift van artikel 11 is geschonden, zou ingrijpen in dit proces.