Een 29-jarige Amsterdammer krijgt vijf jaar gevangenisstraf voor het met zwaar geweld verkrachten van een vrouw.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De man had de vrouw op straat gevolgd en haar in de hal van de woning van haar moeder meermaals met haar hoofd tegen een deur geslagen en haar keel dichtgeknepen. Toen de vrouw haar bewustzijn was verloren, heeft de man haar seksueel betast.
Ontoelaatbare inbreuk
Hiermee heeft verdachte een ontoelaatbare inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van de vrouw. Hoe ingrijpend de gevolgen in dit geval zijn geweest, blijkt op indringende wijze uit de ter terechtzitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaring, waaruit naar voren komt dat de vrouw nog steeds kampt met gevoelens van angst, boosheid, verdriet en wantrouwen jegens vreemden, voor welke gevolgen zij nog steeds in behandeling is.
Ook hebben haar studieresultaten ernstig te lijden gehad door de psychische nasleep van het gebeuren, zodat zij een jaar studievertraging heeft opgelopen. Daar komt bij dat het feit zich afspeelde in een voor haar vertrouwde (woon)omgeving, waar zij nog dagelijks komt en zij niet meer alleen op straat durfde te gaan.
Geen onderzoek
De man is niet eerder voor dergelijke feiten veroordeeld. Aangezien hij geen medewerking heeft verleend aan psychologisch en psychiatrisch onderzoek, is het niet duidelijk in hoeverre de man toerekeningsvatbaar is. Wel is duidelijk dat bij de man sprake is van intellectuele beperkingen.
De rechtbank sluit niet uit dat, indien de man wel zou hebben meegewerkt, zowel een straf als een maatregel zouden zijn opgelegd, om het risico te beperken dat de man in de toekomst weer een soortgelijk zeer ernstig feit pleegt.
Risico op herhaling
De rechtbank verwijt de man niet alleen dat hij een zeer ernstig feit heeft gepleegd met ingrijpende gevolgen voor het slachtoffer, maar neemt het hem ook kwalijk dat hij geen enkele verantwoording heeft afgelegd voor zijn handelen.
Nu de rechtbank door de houding van verdachte onvoldoende zicht heeft kunnen krijgen op zijn problemen en er daarom onvoldoende gronden zijn om een maatregel te rechtvaardigen, zal het recidiverisico slechts kunnen worden beperkt door een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Daarom legt de rechtbank een hogere straf op dan de vierenhalf jaar die de officier van justitie had gevorderd.