De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt een 68-jarige man uit Bussum tot een geldboete van 150 euro voor een publicatie waarbij hij een geschiedenisleraar in verband brengt met de verkoop van Mein Kampf. Voor uitlatingen over de organisatie van een nazibeurs, in dezelfde publicatie, wordt de verdachte ontslagen van rechtsvervolging. Voor een derde uitlating en een ander feit wordt de verdachte vrijgesproken.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Smadelijk karakter
De verdachte publiceerde eind 2016 een artikel op internet waarin hij een geschiedenisleraar en (mede)organisator van een beurs in verband bracht met de verkoop van Mein Kampf en het organiseren van een nazibeurs. Deze uitlatingen hebben naar het oordeel van de rechtbank een smadelijk karakter.
Vrijheid van meningsuiting
De verdachte doet voor zijn uitlatingen een beroep op de vrijheid van meningsuiting. De rechtbank moet in dit kader een afweging maken tussen het algemeen belang bij een open en vrije discussie over het organiseren van beurzen waarbij artikelen uit het Derde Rijk worden aangeboden, en het belang van de bescherming van de eer en goede naam en rechten van het slachtoffer.
Mein Kampf
In het geval van de uitlating over de verkoop van Mein Kampf kan een beroep op de vrijheid van meningsuiting niet slagen, oordeelt de rechtbank. Op dit punt vindt de rechtbank dat de verdachte te ver is gegaan met zijn publicatie. De wijze van publiceren was onnodig op de persoon van het slachtoffer gericht en de verdachte had er niet vanuit mogen gaan dat dit het algemeen belang nodig was. Hiervoor krijgt de verdachte een geldboete van 150 euro.
Organiseren nazibeurs
Dit ligt anders voor de uitlatingen over het organiseren van een nazibeurs. Het slachtoffer kon voorzien dat hij als organisator van een beurs waar artikelen worden verkocht die omstreden zijn, kritiek zou kunnen krijgen in de media. De rechtbank vindt de uitlating van verdachte op dit punt niet onnodig scherp van toon, of onnodig op de persoon van het slachtoffer gericht. Voor dit onderdeel wordt de verdachte daarom ontslagen van alle rechtsvervolging.