De rechtbank Oost-Brabant heeft een 26-jarige man uit Eindhoven en een 25-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats veroordeeld tot gevangenisstraffen van 3 jaar. De mannen pleegden samen 9 woninginbraken en deden 3 pogingen daartoe.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De verdachten sloegen toe in de periode september tot en met november 2016 in onder meer Erp, Oirschot, Son en Breugel en Sterksel. Ze haalden geld en waardevolle spullen uit woningen. In Heeswijk-Dinther, Knegsel en Maasbree wisten ze geen buit te maken.
De rechtbank tilt zwaar aan deze delicten. Niet alleen omdat een woninginbraak de nodige materiële schade veroorzaakt, maar ook een forse inbreuk maakt op de privacy van de bewoners. Het is voor hen vaak bijzonder onaangenaam te leven met de wetenschap dat een vreemde in hun woning is geweest en hun persoonlijke bezittingen heeft doorzocht. De diefstal van soms emotioneel waardevolle en niet te vervangen goederen of sieraden zorgt voor extra en niet te vergoeden of te compenseren leed. Daarnaast is een woning bij uitstek de plaats waar iemand zich veilig zou moeten kunnen voelen en de rechtbank acht het dan ook zeer kwalijk dat de verdachten door hun brutale daden dit gevoel van veiligheid hebben aangetast.
Hogere straffen
De officier van justitie eiste voor beide mannen een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Volgens de rechtbank is er bij deze strafeis onvoldoende rekening mee gehouden dat de verdachten veel woninginbraken in een korte tijd hebben gepleegd. Verder speelt de ontkennende en berekenende proceshouding bij één van de verdachten mee en bij de andere verdachte dat hij zeer kort nadat hij zich in Nederland vestigde tot het plegen van de woninginbraken is overgegaan.
De rechtbank oordeelt dat de verdachten naast hun celstraf ook ieder ruim 3.000 euro aan de Staat moeten betalen. Dit bedrag hielden zij over aan de verkoop van de gestolen goederen.