Veroordelingen voor bijstandsfraude en opzetheling

De rechtbank Limburg heeft vandaag een 55-jarige man en zijn 28-jarige vriendin uit Venray veroordeeld. De man is veroordeeld wegens uitkeringsfraude en verboden wapenbezit. De vrouw is veroordeeld wegens opzetheling. Beide verdachten zijn vrijgesproken van witwassen. 

Bijstandsfraude door de man

De man heeft tussen 2009 en 2014 een bijstandsuitkering ontvangen. Op grond van de Wet werk en bijstand was hij verplicht om alle gegevens aan de gemeente te verstrekken die relevant waren voor de bepaling van zijn recht op een uitkering en de hoogte daarvan. Hij heeft echter nagelaten om de gemeente te informeren over zijn bijverdiensten en over zijn vermogen (in de vorm van een auto en contante geldbedragen). Hierdoor heeft hij zich schuldig gemaakt aan bijstandsfraude.

Opzetheling door de vrouw

De vrouw wist dat haar partner een bijstandsuitkering ontving, terwijl zij met hem een gemeenschappelijke huishouding voerde. Van de bijstandsuitkering heeft de vrouw de huur, het gas, water en elektriciteit van hun woning betaald. De vrouw heeft dus opzettelijk voordeel getrokken uit de bijstandsfraude van de man. Om deze reden heeft zij zich schuldig gemaakt aan opzetheling.

Verboden wapenbezit

De man heeft op 1 april 2015 een pistool en 31 patronen munitie in de woning voorhanden gehad. De rechtbank acht niet bewezen dat de vrouw dit wist; zij is daarom van dit feit vrijgesproken.

Geen sprake van witwassen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten een aantal geldbedragen voorhanden heeft gehad. Zowel in contanten als giraal. De man heeft over de herkomst daarvan uitleg gegeven. Zo zou hij zwart hebben gewerkt, een grote geldprijs hebben gewonnen, een aanzienlijke verhuisvergoeding hebben gekregen en ook een groter geldbedrag hebben geleend van vrienden.
Naar de uitleg van de man werd geen onderzoek ingesteld, terwijl dit wel mogelijk was. De rechtbank kan daarom niet vaststellen of de concrete bedragen die bij verdachten zijn aangetroffen van criminele herkomst zijn. De rechtbank spreekt beide verdachten dan ook vrij van witwassen.

Straffen

De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst en de duur van de strafbare feiten, het misbruik van het stelstel van sociaal zekerheid en het gebrek aan inzicht in de laakbaarheid van de strafbare gedragingen. De rechtbank veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarmee de rechtbank boven de eis van de officier van justitie uitgaat. Aan de vrouw heeft de rechtbank een taakstraf van 240 uur opgelegd.