De rechtbank Oost-Brabant heeft 3 mannen uit Bergeijk, Helmond en zonder vaste woon- of verblijfplaats (29, 24 en 33 jaar) veroordeeld tot gevangenisstraffen van 3 jaar. Zij gebruikten geweld om een man te beroven en persten hem vervolgens een week lang af.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De 29-jarige verdachte had in januari van dit jaar een afspraak met een man die een partij wiet van hem zou kopen. Ze reden, samen met onder meer de 24-jarige verdachte, naar een appartement in ’s-Hertogenbosch. Eenmaal binnen, kwam de derde verdachte erbij en werd de beoogde koper bedreigd met een vuurwapen. Hij moest zich uitkleden en werd bestolen van zijn waardevolle spullen (onder meer 2 telefoons, een horloge en een armband). Vervolgens mocht het slachtoffer zich weer aankleden en werd hij in een auto gezet en onder dreiging van het vuurwapen naar zijn opa en oma in Waalre gereden. De man moest daar een verzonnen verhaal ophangen over een auto van de verdachten die hij total loss zou hebben gereden. De verdachten wilden daarvoor uiteindelijk 5.000 euro. Toen bleek dat zij het bedrag niet direct zouden krijgen, werd het slachtoffer weer mee naar de auto genomen en naar Best gebracht. Daar zetten de verdachten de man uit hun auto en kreeg hij een briefje met een telefoonnummer. Hij had een week de tijd om dat nummer te bellen en te betalen. In de dagen daarna stuurden de verdachten via Facebook dreigende berichten naar het slachtoffer. Ook gingen ze nogmaals naar het huis van de grootouders.
De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straffen rekening mee dat de mannen er niet voor terugschrikken om samen geweld te gebruiken en iemand ernstig te bedreigen. Daarnaast weegt mee dat de verdachten ruim een week bezig zijn geweest om het slachtoffer te dwingen een geldbedrag aan hen te betalen. Daarbij zijn ook nog eens de opa en oma van het slachtoffer, een echtpaar op leeftijd, betrokken. De mannen van 29 en 33 jaar pleegden het delict bovendien in de proeftijd van hun voorwaardelijke invrijheidstelling. De rechtbank herroept daarom de voorwaardelijke invrijheidsstelling van hun straffen, wat betekent dat zij – naast de 3 jaar celstraf voor het huidige delict – respectievelijk nog 392 dagen en 1.095 dagen moeten uitzitten.