Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, heeft vandaag een man schuldig bevonden aan zware mishandeling van zijn ex-echtgenote; zij is aan de gevolgen daarvan overleden. De man heeft het lichaam weggevoerd en begraven. Hiervoor heeft het hof een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van zes jaren. De vorderingen van de nabestaanden in verband met de begrafenis van het slachtoffer zijn toegewezen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De vermissing en het aantreffen van het slachtoffer
Het slachtoffer kwam op 31 juli 2015 vanuit Spanje naar Nederland en heeft bij verdachte thuis ruzie met hem gekregen. Daarna is niets meer van haar gehoord. Op 3 augustus 2015 gaf haar dochter haar als vermist op. Op 16 augustus 2015 werd het lichaam van het slachtoffer gevonden, dat begraven was in de bosjes op korte afstand van verdachtes woning. Nader onderzoek wees uit dat zij was overleden aan de gevolgen van een harde schop tegen haar bovenlichaam. Verdachte heeft zijn betrokkenheid bij haar dood en verdwijning steeds ontkend.
De procedure bij de rechtbank
De officier van justitie eiste bij de procedure in eerste aanleg een gevangenisstraf van acht jaren. De rechtbank heeft verdachte veroordeeld voor zware mishandeling met de dood ten gevolg en het wegmaken van het lijk tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar. De verdachte en de officier van justitie hebben allebei hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. De verdachte omdat hij stelt onschuldig te zijn en de officier van justitie omdat de straf te laag werd gevonden.
Het oordeel van het hof
In zijn arrest motiveert het hof uitvoerig waarom het vaststaat dat het verdachte was die het slachtoffer geschopt heeft. Zij raakte daarbij zo zwaar gewond dat zij daaraan is bezweken. In de woning en in de auto van verdachte werden bloedsporen van het slachtoffer gevonden. Bij zijn ouders stond een spade met sporen van dezelfde samenstelling als de grond rond de grafkuil. Daarin werd het slachtoffer aangetroffen in dezelfde kleding als die zij bij aankomst op 31 juli 2015 droeg. Haar laatste voedsel had zij op die datum bij verdachte thuis gegeten.
Ook de verklaring van een dochtertje, dat getuige was van de ruzie tussen haar ouders, vond het hof belangrijk. Het hof acht niet aannemelijk dat het bewijs zou zijn gemanipuleerd en dat iemand anders dan verdachte verantwoordelijk is voor de dood van het slachtoffer of dat er een complot tegen hem zou bestaan, zoals verdachte had betoogd.
De advocaat generaal eiste opnieuw een gevangenisstraf van acht jaar, maar evenals de rechtbank legt het hof een straf van zes jaar op.