Een 70-jarige man uit Berlicum is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk. De man probeerde in oktober vorig jaar zijn vrouw om het leven te brengen in hun woning.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De vrouw was ’s avonds de ontbijttafel aan het dekken voor de volgende ochtend toen zij door haar man meerdere keren in de buik en borst werd gestoken met een mes. Ze wist zelf 112 te bellen.
Geen noodweer
De verdachte bekende dat hij zijn toenmalige vrouw met een mes heeft gestoken. Hij zou dit echter uit noodweer hebben gedaan. Volgens de man werd hij eerst gestoken en heeft hij in reactie daarop op zijn vrouw ingestoken terwijl zij in de keuken stond. Hij ontkent dat hij de vrouw naar de slaapkamer is gevolgd en haar daar nog vaker heeft gestoken. De rechtbank vindt zijn verklaringen niet aannemelijk en ongeloofwaardig. De verdachte kon namelijk op geen enkele wijze uitleggen waarom hij dacht dat hij werd gestoken en de wijze waarop dat dan zou zijn gebeurd. Het bleef slechts bij de stelling dat hij eerst was gestoken. Bovendien legde hij wisselende verklaringen daarover af.
De rechtbank acht het scenario dat de vrouw schetst geloofwaardig. Dit scenario vindt ook steun in de bewijzen. De vrouw verklaarde dat de verdachte haar plotseling en zonder aanleiding één keer heeft gestoken in de keuken. Vervolgens is zij naar de slaapkamer gevlucht en kwam de man achter haar aan. In de slaapkamer heeft hij nog diverse malen op haar ingestoken. De vrouw probeerde het mes van de man af te pakken en haalde daarbij haar hand open. Ze vroeg hem daarna 112 te bellen, maar dit weigerde hij. De vrouw heeft uiteindelijk zelf gebeld. Op enig moment pakte de verdachte de telefoon uit haar hand en gooide die op de grond.
Doodsangst
Het geweld heeft een grote indruk op het slachtoffer gemaakt. Zij is meerdere keren gestoken door haar echtgenoot met wie zij sinds 1964 een relatie had, met wie zij kinderen en kleinkinderen heeft en die haar opeens met een mes aanviel. De vrouw liet in haar slachtofferverklaring weten dat zij het gevoel heeft dat de doodsangst die haar (inmiddels ex-)man haar heeft bezorgd, voor altijd zal blijven bestaan. De rechtbank rekent het de verdachte verder aan dat hij het laakbare van zijn handelen niet inziet en geen spijt betuigde.
In strafmatigende zin weegt mee dat hij niet eerder gewelddadige delicten heeft gepleegd. Ook is niet gebleken dat hij zich tijdens hun huwelijk gewelddadig tegen zijn vrouw heeft gedragen. Bij de man is door deskundigen onder meer een waanstoornis vastgesteld; hij dacht dat zijn vrouw voortdurend vreemdging. De rechtbank beschouwt de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar. Er is echter geen sprake van een zodanige kans op herhaling, dat die het opleggen van terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging noodzakelijk maakt. De rechtbank legt een deels voorwaardelijke celstraf op en koppelt daar een aantal bijzondere voorwaarden aan. Zo moet de man zich onder meer houden aan het toezicht van de reclassering, krijgt hij een meldplicht en moet hij zich ambulant laten behandelen.